14 juli kondigde zich als een topdag aan voor Gent Jazz. De komst van Norah Jones deed de festivalhal uitverkopen maar de artiesten die voor haar geprogrammeerd stonden moesten zeker niet onderdoen.
Chantal Acda en haar North Sea Drifters richtten zich met hun intieme, verstilde mengeling van folk, jazz en ambient recht tot het hart. De zachte stem van Acda muntte uit in emotionele zeggingskracht. De band, een jazztrio, aangevuld met sax, en jawel, een euphonium onderstreepten het introspectieve van de songs, de bijwijlen hitgevoelige melodieën, met een minimalistisch aandoende klanklaag. Bijzonder trefzeker allemaal.
Beluister:
Uit heel ander hout gesneden was Nectar Woode. Wie haar stem opmerkt zal niet opschrikken als ze zegt beïnvloed te zijn door Amy Winehouse. Alleen, ze laat de donkerte varen, ze staat er in al haar jeugdige guitigheid. Een all female band stond haar bij. Met een ontwapenende glimlach bracht ze haar soulvolle, poppy vibes. En zoals iemand achter me opmerkte: ‘Hier word ik nu echt blij van, zie!’ Een naam om te onthouden.
Beluister:
Jasper Steverlinck had er duidelijk zin in en voor hem was de hal voor het eerst bijna volledig volgelopen. Hij omringde zich met schitterende muzikanten, plus een strijkkwartet en drie backing vocalisten om u tegen te zeggen. Dat zorgde bij momenten voor een stevige geluidsmuur, een beetje pathos hoort erbij, maar hij wist dat als geen ander te compenseren met al dan niet plotse ingetogen passages. Het is een rasartiest die moeiteloos switcht tussen klein en monumentaal, tussen alle mogelijke emoties en dat dankzij die uitzonderlijke stem van hem. De vergelijking met Jeff Buckley is nooit ver weg. Steverlinck speelde Gent Jazz plat, gooide zich volledig, kreeg iedereen mee en had nog zin om een tijdje door te gaan.
Beluister:
Om 22 uur maakte wereldster Norah Jones haar opwachting. Zij installeerde zich achter de witte vleugel en zette meteen ‘What am I to you’ in, dat met een herkenningsapplaus werd verwelkomd. De eerste hit was binnen. En er zouden er nog volgen. ‘Sunrise’, al vrij vroeg in de setlist, naar het einde toe ‘Come away with me’ en het afsluitende ‘Don’t know why’. Die song had ze tot het allerlaatste opgespaard en geloof me: waar je ook haar had, het kwam overeind te staan. De keel kreeg een stevige brok te verwerken.
Daartussen heel wat materiaal uit haar laatste cd ‘Visions’, waarin ze op zoek gaat naar nieuwe sounds die bij haar floeren, laid back-stem passen. Haar stem en hoe ze die gebruikt, het is zo uniek allemaal, dat ze automatisch in de hoogste gewichtsklasse bokst. Maar dus meer elektronische klanken, meer complexiteit, meer somberte en meer gitaren in deze nieuwere nummers. Ze is Eddie Van Halen niet op het instrument, maar dat is ook niet nodig. Ze gebruikt de gitaar op een zodanig manier dat die maximaal het lied en haar stem dient, zoals in het bluesy ‘Queen of the sea’. Hetzelfde kan gezegd worden over ‘Visions’. Zo doet ze dat ook op de piano, of – nog veel leuker – op haar Wurlitzer-orgeltje.
Wat een band ook. Op drums, op klokkenspel, toetsen, gitaar blonken ze uit, en niet te vergeten in prachtige close harmony tussen de vrouwen. Dat alles bracht ons nog juweeltjes zoals ‘Running’, ‘Paradise’, ‘I just wanna dance’, ‘Staring at the wall’, ‘Rosie’s lullaby’, ‘All this time’ en ‘Happy pills’, goed voor anderhalf uur americana: blues, folk, country, jazz en soul, Jones pikte dat allemaal op, Jones doet met dat alles iéts.
Goed voor anderhalf uur Norah Jones ten voeten uit.
Goed voor anderhalf uur met open mond staren en luisteren.
Beluister:

