Iedereen kent wel de Middeleeuwen van de film, die ene roman de literatuur, Koning Arthur en zijn ridders van de ronde tafel om er maar een paar op te noemen o.a.
DE MIDDELEEUWEN VAN RIDDERS en jonkvrouwen, lieflijke liederen van minnezangers zijn het resultaat van al te brave beeldvorming en vooral een concept van de negentiende eeuw.
Denk aan Ivanhoe van Sir Walter Scott en vele historische romans van die tijd.
De auteur Jef Janssens schraapt het laagje zoet glazuur van de mythe. De middeleeuwse cultuur laat, in woord en beeld, een rauwere werkelijkheid doorschemeren. De teksten met diepreligieuze gebeden bevinden zich in het gezelschap van poepende jongeren en verleidelijke naakten.
De vraag die hij stelt is kunnen wij, met de blik van de eenentwintigste eeuw, de betekenis van woord en beeld in de middeleeuwen wel helemaal doorgronden? Is het gewoon humor? Bedoeld als aangename verpozing voor de lezer? Of willen die erotische tekeningen de tekst gewoon afbakenen?
Hoe rijm je het ideaal van de hoofse liefde met de machocultuur waarbij de man bevrediging van zijn begeerte voor laat gaan op de smachtende en geduldige liefde?
Dat ontdekken we in De Liederlijke Middeleeuwen: De andere kant van de Mythe.
Jef Janssens aan het woord: Sinds mijn vroegste jeugd droomde ik van de middeleeuwen stoere rode ridders, Ivanhoe en Robin Hood, frele jonkvrouwen en vooral geweldige avonturen. In het zesde leerjaar van de lagere school had ik al Consciences De Lecunt van Vlaanderen verslonden, iets wat volgens de verantwoordelijke van de parochiebibliotheek op mijn leeftijd eigenlijk niet gepast was. Later botste mijn romantische beeld met nieuwe inzichten en verdween de droom van de brave christelijk-heroïsche tijd. Tijdens lezingen voor een breder publiek stelde ik echter vast dat die gedroomde middeleeuwen in Vlaanderen nog bij velen zijn blijven hangen. Een bezoek aan het nieuwe historische museum in leper met zijn collectie erotische insignes was de aanleiding tot het schrijven van dit boek, waarin de standaardvoorstellingen rond de oudheid, de vroegste christenheid en vooral de middeleeuwen worden bijgesteld.
Een 19de eeuwse uitvinding die Middeleeuwen?
EEN TIJD VAN VROOM EN HEROÏSCH LEVEN
Mooie, schitterende tijden
Dromen van ridders, kastelen en trotse steden
Op 9 augustus 1832 trad Leopold 1 van Saksen-Coburg, de kersverse koning der Belgen, in het huwelijk met de 22 jaar jongere Louise Marie van Orléans, dochter van de burgerkoning Louis-Philippe van Frankrijk. Plaats van de feestelijkheden: het kasteel van Compiègne (ten noorden van Parijs). De verbintenis was puur politiek geïnspireerd. Frankrijk kon de Belgische onafhankelijkheid versterken tegen de Hollandse pogingen om het verloren grondgebied te heroveren. De Franse koning. Aan de macht gekomen na de burgerrevolutie van 1830, kon zijn koningschap glans bijzetten door een vorst van Duitse afkomst, die bijzonder hartelijke familiebanden koesterde met Queen Victoria van Groot-Brittannië, aan zich te binden. Louis-Philippe wilde trouwens indruk maken op zijn schoonzoon. Hoe kon hij dat beter dan door hem onder te dompelen in het Frans-middeleeuws verleden?
Na de huwelijksplechtigheden trekt Louis-Philippe met het Frans-Belgisch gezelschap naar de romantische ruïne van Pierrefonds, het kasteel dat door zijn verre voorouder werd gebouwd maar indertijd in een lamentabele toestand verkeerde. In aangevoerde tenten werd een rijkelijk ontbijt aangeboden begeleid door muziek van de Garde Nationale. Het pittoreske tafereel werd vastgelegd in een schilderij van Eloi-Firmin Féron (1833).
Het gebeuren typeerde de toenmalige tijdsgeest ten voeten uit. Het was de gewoonte geworden feest te vieren in een middeleeuws decor, maar evenzeer was het bon ton om nostalgisch mijmerend te kuieren tussen de resten van een groots verleden: in ruïnes van kastelen en abdijen, op kerkhoven ook. Na het rationalisme van de verlichting in de achttiende eeuw waren diepe emoties opnieuw toegelaten. Na de revoluties kwamen de gewraakte adel en clerus weer om de hoek kijken. De middeleeuwen werden hot. En men ging zich al gauw niet meer met restanten tevredenstellen, men wilde niets minder dan de middeleeuwen in hun volle glorie aanschouwen. Napoleon III, neef van Bonaparte en opvolger van Louis-Philippe, wilde zijn keizerlijk ambities via een droomkasteel in Pierrefonds kracht bijzetten. Hij gaf in 1857 de opdracht om de ruïne aldaar te restaureren. De verantwoordelijkheid voor het project kwam te liggen bij de bevlogen architect Eugène Viollet-le-Duc, die al een tijdje druk bezig was om Frankrijk te mediëvaliseren. Hij wilde meer dan restaureren, hij wilde de ruïne ombouwen tot een gigantische residentie zoals ze idealiter in de hoogdagen van de Honderdjarige Oorlog had kunnen zijn gebouwd. Geen nauwgezette archeologische reconstructie van het bestaande, maar een persoonlijk visioen van een spectaculair complex ‘dans un état complet qui peut n’avoir jamais existé à un moment donné” ((in een volkomen afgewerkte staat die wellicht nooit heeft bestaan op een bepaald ogenblik). Middeleeuwser dan middeleeuws dus. Ironisch genoeg hebben noch Napoleon III (afgetreden in 1870) noch Viollet-le-Duc (zes jaar te vroeg gestorven) de voltooiing van hun beider sprookjeskasteel meegemaakt.
Dat Napoleon in dergelijke dromen koesterde, was niet verwonderlijk. Als prins-hij was maar Engelland gevlucht – had hij in 1839 in Schotland deelgenoten aan het geruchtmakende Eglinton Tournament. De plaatselijke Lord Archibald Eglinton (ten zuidwesten wan Glasgow) organiseerde vanaf 30 augustus een dagen lang, overweldigend middeleeuwenevenement voor de Victoriaanse aristocratie, de hoge burgerij en tienduizenden gewone toeschouwers re-enactment voordat die naam bestond. Een groots tornooi met parades, ridderlijke gevechten, bal en banket moest de idee van nieuwe ridderlijkheid gestalte geven. Wapens en harnassen werden gesmeed, paarden gedresseerd, vaandels geweven, historisch verantwoorde kleding vervaardigd..
Er werd stevig getraind en de kranten smulden van de protserige voorbereidingen: hoe bijvoorbeeld prins Louis Napoleon in Londen van zijn paard tuimelde en met harnas en al in het gras potsierlijk lag te spartelen. Het belette hem niet om als Knight Visitor, samen met 34 andere ridders, aan de tornooigevechten deel te nemen. Maar hevige stortbuien zorgden ervoor dat de ridders in de modder bleven steken en natgeregend hun paraplu’s moesten opsteken. De nabijgelegen vijver over- stroomde, de tenten lekten: van een anti-climax gesproken… De gedroomde middeleeuwen bleken niet bestand tegen de natuurelementen en de daaropvolgende venijnige karikaturen in de toenmalige kranten.
Dit en veel meer ontdek je in dit boek vol wetenswaardigheden en boeiende anekdotes over die soms verbazende middeleeuwen.
Karikatuur van het Eglinton Tornooi in de Cleave’s Penny Gazette of Variety van 14 September 1839. (Londen, The British Library)
JEF JANSSENS, specialist middeleeuwse literatuur, duikt diep in de middeleeuwse wereld, geeft sluitende verklaringen maar erkent ook dat er na decennia van intensief onderzoek nog heel wat mysteries overblijven.
De Liederlijke Middeleeuwen: De andere kant van de Mythe door Jef Janssens verscheen bij uitgeverij Sterck & De Vreese in een geïllustreerde paperback uitgave blz 208 € 24,90 ISBN 9789464711929 www.sterckendevreese.nl