Geluk in een dauwdruppel: leven met Boef in de bergen

by Knopskaya

In het derde deel van haar Boef-reeks schrijft Jana Wuyts opnieuw met dezelfde oprechtheid en rust waarmee ze ook haar vorige boeken kleurde, maar ditmaal groeit haar verhaal uit tot iets dat verder reikt dan de band tussen mens en dier. Wat in het eerste boek begon als de onverwachte komst van een wilde Spaanse berghond in het leven van twee mensen die aanvankelijk geen huisdier wilden, heeft zich inmiddels ontplooid tot een boek over zingeving, over het vinden van geluk in kleine, schijnbaar toevallige momenten, en over de helende kracht van een leven dicht bij de natuur.

Wanneer Jana en haar partner Marnix hun thuis in de Oostkantons achterlaten voor een berghuisje in de Franse Pyreneeën, lijkt het alsof ze een innerlijke roep volgen – of misschien die van Boef zelf. De hond, ooit een symbool van vrijheid en ontembaarheid, wordt in deze nieuwe omgeving hun gids, letterlijk en figuurlijk. Het is alsof hij hen meevoert naar zijn oorspronkelijke wereld, waar instinct nog richting geeft en waar de mens opnieuw moet leren luisteren. In die zin is Boef niet enkel het onderwerp van het boek, maar ook de stille motor ervan: een wezen dat niet spreekt, maar alles zegt.

Wuyts’ schrijfstijl is rustig en beschouwend, met een opmerkelijk vermogen om de essentie van het kleine te vangen. Ze schrijft met oog voor details die anderen misschien zouden voorbijgaan: een druppel dauw op een grasspriet, het ruisen van wind in een vallei, het ritme van voetstappen op berggrond. Deze kleine lichtpuntjes vormen samen een geheel dat groter is dan de mens zelf – een mozaïek van eenvoud, die pas zichtbaar wordt wanneer men vertraagt en echt kijkt. In die zintuiglijke soberheid schuilt de filosofische diepte van het boek.

Dit is niet zomaar een verhaal over een dier en zijn baasjes, maar een zoektocht naar harmonie tussen mens, dier en aarde. Terwijl Boef zich vanzelfsprekend beweegt door het landschap, lijken Jana en Marnix steeds meer te leren wat het betekent om deel uit te maken van iets dat hen overstijgt. Waar de mens moet leren loslaten, vertrouwt het dier op zijn instinct. Waar wij proberen te begrijpen, leeft hij simpelweg in het moment. Boef belichaamt die natuurlijke wijsheid die wij vaak vergeten: de wetenschap dat geluk niet in bezit ligt, maar in aanwezigheid.

Wuyts slaagt erin die gedachte over te brengen zonder belerend te worden. Haar proza is zuiver, soms bijna meditatief, en draagt de lezer mee in een cadans die aan wandelen doet denken — een trage, ritmische voortgang waarin elke zin zijn eigen adem heeft. De beschrijvingen van het bergleven, van de stilte, van het samenzijn met een dier dat meer spiegel is dan gezel, maken het boek tot een zeldzaam eerlijke reflectie over wat het betekent om te leven in verbinding.

In essentie is dit derde Boef-boek een verhaal over thuiskomen — niet in een huis of een land, maar in een staat van zijn. Het leert dat geluk niet luid hoeft te zijn, dat het zich vaak verschuilt in de kleinste hoeken van het bestaan, waar het zich onopvallend maar krachtig ontvouwt. Zoals een bloem die bloeit tussen stenen, of een straal ochtendlicht op de berghelling: klein in zichzelf, maar deel van iets groots.

Het boek laat zich lezen als een zacht pleidooi voor eenvoud, voor luisteren en voor leven in evenwicht met wat ons omringt. En bovenal als een eerbetoon aan de band tussen mens en dier — een band die, zoals Wuyts laat zien, niet gebaseerd is op bezit of opvoeding, maar op wederzijds vertrouwen en aanwezigheid. Boef is in dat opzicht niet enkel een hond, maar een totem, een gids, een herinnering aan wat we diep vanbinnen allemaal zijn: deel van de natuur, niet erboven

Boef, terug naar de natuur – Potwall Publishers –  ISBN 9789464944839 – 187 blz paperback.

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord