Een album met een grote diversiteit in stijlen uit verschillende periodes – zeer breed genomen. En toch past alles zo mooi bij mekaar. Hoe is violiste Carolin Widmann hierin geslaagd?
Bij het beluisteren van deze solo CD valt onmiddellijk op dat er gewerkt wordt vanuit de stilte die een geluid oproept. Een partituur van de 12e eeuwse non Hildegard von Bingen bewijst dit op haast contemplatieve wijze.
Het was vooral Widmans bedoeling om te kijken wat de mogelijkheden zijn van de viool binnen de combinatie van werken en hoe ver men daarin kan gaan, onder welke noemer men ze kan bij mekaar brengen. Gezien von Bingen het oudste speelbare was, leek de keuze voor de hand liggend, ondanks het stuk eigenlijk voor zangstem werd geschreven. Tijdens de opnamen werd ook duidelijk dat het telkens een beetje anders klinkt. Daarom weerklinkt het ook twee maal op het album.
De Gregoriaanse en polyfone elementen zorgen ervoor dat de geest wordt leeggemaakt zodat men voorbereid is om de composities van de daarop volgende eeuwen te beluisteren.
Een andere verrassing is de Fantaisie concertante van George Enescu, geschreven in 1932. Ongelooflijk mooie muziek die vrijwel ongekend gebleven is. Er gaat een grote vrijheid van uit, het klinkt bij momenten geïmproviseerd. Het duurt meer dan een kwartier, maar het spanningsveld blijft mooi overeind. Moest het gezongen worden, zou men lang klinkende klinkers bekomen verspreid over verschillende tonen. Iets wat prachtig weer te geven is op solo viool. Dit komt trouwens ook mooi overeen met de muziek van Hildegard von Bingen en zorgt samen voor een contemplatief resultaat.
Met de drie miniaturen van George Benjamin uit 2002 worden er heel fijne structuren geweven, zo subtiel dat men ze opnieuw vanuit de stilte dient te ervaren. Het speelt met ritmes en snelheden. Het heeft iets als ochtenddauw binnen een wereld die tot leven komt.
Dat leven wordt verder opgewerkt door L’Aurore van Eugène Ysaÿe, waarin de wonderen van de natuur weerklinken zoals de zonsopgang.
Men zegt weleens dat Bach het begin en het einde is. Wel, ook hier. Het is Bach die de conclusie van het album – in de vorm van een Partita – mag brengen, als in een soort van harmonische getuigenis die zegt dat het plaatje klopt.
Een rustgevend, reflectief album vol kleine klankverrassingen uit grootse stukken en gevoelens.
ECM New Series 2709 LC02516 – http://www.outhere-music.com