Het jaar 1829 was een jaar dat de jonge Felix Mendelssohn zich nog lang zou herinneren. Hij was toen 20 jaar oud. Het was het jaar waarin hij zijn derde (Scottish) en vijfde (Reformation) symfonie zou schrijven, of toch de beginselen ervan.
Zijn Schotse symfonie werd geïnspireerd door zijn drie weken durende trip naar Schotland dat jaar. Op deze jonge leeftijd was Mendelssohn reeds een gerespecteerd muzikant en bevond hij zich in de juiste kringen. Het waren dan ook zijn ouders die hem aanmoedigden te reizen. Het was tijdens een verblijf in Italië een paar jaar later dat hij deze symfonie verder zou uitwerken. Hij verklaarde zelf in zijn dagboeken dat hij wel enige moeite ondervond in het zuiden om zich Schotland terug helemaal voor de geest te halen. Het zou nog tot 1842 duren om het werk te volbrengen. Hij kijkt daarbij mijmerend terug naar al wat hij bezocht en in het bijzonder de kapel waar Queen Mary ooit werd gekroond. Het werk kent een nostalgisch karakter en wordt met de nodige melancholie gebracht door het Scottish Chamber Orchestra o.l.v. Maxim Emelyanychev.
De eerste beweging is somber en laat denken aan oude ruïnes en wordt gevolgd door een vederlicht scherzo. Vervolgens hoort u glimpen van Schotse volksmuziek die ingenieus in het geheel verwerkt zijn. De klarinet neemt de ritmes voor zich. De derde beweging lijkt wel een lied om met een vierde beweging te eindigen die nogal sterk en heldhaftig klinkt en die verwijst naar de Highland battles.
Even terug naar de jonge Mendelssohn in 1829, want toen schreef hij eveneens de beginselen van zijn reformatie-symfonie. Het was dat jaar waarin de driehonderdste verjaardag werd gevierd van het feit dat Martin Luther zijn protestants geloof aan keizer Karel de vijfde zou overmaken in een document, de Augsburgse confessie. Ondanks Mendelssohn van joodse afkomst was, werd hij protestants gedoopt en was hij overtuigd Christen. De componist had het vooral in gedachten om de Lutherse waarden in kaart te brengen en werd hierbij geïnspieerd door Bach. Aan dit werk zou hij al gauw verder werken na zijn terugkeer in Schotland en verblijf in Berlijn. Hij had misschien gedacht dat de symfonie door het Pruisisch hof zou worden opgepikt tijdens het feestjaar. Maar daar was hij net te laat voor. Hij zou het werk dus toch nog in 1830 afwerken. Twee jaar later ging het in première in Berlijn. De ontvangst was met gemengde gevoelens en werd pas na zijn dood gepubliceerd. Spijtig, want wanneer we het werk nu horen, getuigt het van absoluut meesterschap. Een trage introductie verwijst naar renaissance koormuziek waarna een hevigere passage de woelige geschiedenis van de kerk beschrijft. Het tweede deel is een Duitse dans en het derde deel is duidelijk geïnspireerd op Bachs passies. Eveneens de finale is een eerbetoon aan Bach en Luther door het verwerken van een hymne. Prachtig contrapunt. Een werk met diepe wortels dat op deze opname opnieuw op de kaart wordt gezet binnen een opname die bewijst dat Mendelssohn zijn plaats in de geschiedenis heeft verdiend.
LINN CKD667 http://www.outhere-music.com