Anton Bruckner door de ogen van Hansjörg Albrecht: Krachtig licht

by Knopskaya

Anton Bruckner (1824-1896) wordt steeds gezien als een componist die zwaar op de maag zou liggen. Mogelijk wordt dit veroorzaakt door zijn strenge portret en conservatieve reputatie. Toch mag dit alles met een meer dan flinke korrel zout gezien worden. Net datgene wist organist/dirigent Hansjörg Albrecht aan te tonen met zijn nieuwe album, waarop de wereldpremière van zijn transcriptie van de Nullte Symphonie in D min van Bruckner voor orgel te horen is – ingeleid door de Ouverture in G min WAB98 getranscribeerd door Rudolf Innig en het Choralvorspiel van de hedendaagse componist Philipp Maintz, die zich volledig liet inspireren door de meester zelf.

Het is waar, Bruckner groeide op in het Oostenrijk waarin kerk en staat nauw waren verbonden en het alledaagse leven beheersten. Dat klinkt op zich al zwaar. Het was de preperiode van de Maartse Revolutie van 1848. Tot die tijd had keizer Ferdinand I het land in een totale politiestaat veranderd. De komst van Franz Joseph bracht niet veel beterschap, gezien deze tijdens zijn lange leven niet echt voor vernieuwing heeft gezorgd.

Bruckner groeide op binnen een volks milieu, hetgeen resulteerde in een soort van naïef conservatisme eerder dan conservatisme door puur persoonlijk aangeworven overtuiging.  Dit maakte zijn overtuiging heel natuurlijk aanvoelen. Het enige dat opmerkelijk en uitzonderlijk anders was voor zijn omgeving, was zijn geniale muzikaliteit.

Hij evolueerde dan wel eerder conform, en in de eerste instantie onopgemerkt. Toch waren zijn rasse schreden zekerder dan ooit. Zo kwam hij na de Domskirche in Linz in de Notre Dame van Parijs terecht, waar hij voor een menigte speelde tot verbazing van een aantal groten uit het Frankrijk van toen, zoals Charles Gounod, Camille Saint Saëns en César Franck. Zijn volgende stap zou de Royal Albert Hall worden. De rest van zijn leven zou hij een gevestigde waarde binnen het Weense muziekscène worden. Hij legde de lat hoog voor zichzelf en componeerde vanaf die tijd minstens een fuga dagelijks.

Dat Hansjörg Albrecht Anton Bruckner als persoon en musicus helemaal heeft ontleed staat vast.  Zijn internationale ervaring binnen de (semi)liturgische muziek reikt van Bach tot Messiaen. Wat hij vooral mooi verwerkte, zijn de Wagneriaanse invloeden, het mystiek mistige dat doorheen de hele opname als rode draad loopt. Vervolgens zijn er mooie Slavische accenten waar te nemen. Er is lucht gegoten in de composities, waardoor eenieder die Bruckner nog als zwaar omschrijft, eerder verwijst naar het keurslijf waar men hem decennia lang in heeft verbannen. Zoals Bruckner zijn muziek van orgel op orkest overbracht, brengt Albrecht de kanken terug over van orkest naar orgel. Bruckner wordt terug als jonge en dynamische componist op de kaart gezet.

Laat het licht dus weer schijnen door het kerkraam, en zich vlak voor het orgel manifesteren. Ieder straaltje werd in dit album verwerkt, en dit maar liefst tweeënzestig minuten lang.

Het album werd eerder dit jaar symbolisch opgenomen op het Bruckner-orgel  te  Linz, in de Sint Florianskerk, waar Bruckner zijn prille carrière ooit begon als koorknaap.

http://www.oehmsclassics.de OC476 –  http://hansjoerg-albrecht.com/

Verdeling België: Outhere Music

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord