Bruce Bherman : The Nashville Sessions

by Philippe De Cleen

Singer-songwriter Bruce Bherman is geen onbekende in geboortestad Oostende. Net zomin als dat hij dat is in Gent, dat stilaan een echte uitvalsbasis genoemd mag worden. Ook daarbuiten weet Bruce Elliot, met deels Britse roots, altijd wel ergens een plaatsje te vinden. Op zijn meest recente album ‘The Nashville Sessions’ serveert hij een uitgelezen mix van popsentiment, rustieke Britse folk, lome country en heerlijk wegknikkende americana.

Bherman is een artistieke omnivoor wiens tentakels soms ver reiken. Zo bracht hij recent een mooi tekeningenboek uit en reisde hij op en af tussen onze door diversiteit gekenmerkte grootstad en New York. Met vaker dan niet een uitstapje richting Nashville op het programma. Zijn andere ‘thuis’, zeg maar. Het is daar waar hij net als op ‘Untagged Friends’ opnieuw samentroepte met allerhande muzikanten uit de Nashville scene. Niet echt verrassend, gezien Bherman eerder al samenwerkte met Kurt Wagner en pianist Tony Crow (Lambchop). Die laatste tekent, net als bassist Matt Swanson en drummer Marc Pinsipia overigens, ook op ‘The Nashville Sessions aanwezig. En met Mark Nevers in het producerszeteltje weet je dat de natuurlijke verwantschap met een band als Lambchop bijzonder groot is.

De stevige opener Absynthe schiet uit de startblokken en maakt vaart. De kwieke, musculaire rock ‘n’ roll (zoals ook te horen is tijdens The Row) geeft de groep rond Bherman volop de gelegenheid om de spieren los te spelen. Naast fantastisch gitaarwerk (Bruce is een gitaaraficionado) hoor je vooral de aanwezigheid van een verleidelijk en hemels zingend backingkoortje in de vorm van de zusjes McCrary.

Ook verderop krijgen we wat ruigere songs voor de kiezen. Zoals bijvoorbeeld Clap, dat net zoals pakweg het met zoete pedalsteelgitaren verrijkte Tinseltown of Four wat wegheeft van de lichtgekoelde countryblues van de Rolling Stones. Toch zijn die passages mooi en evenwichtig over het album gespreid en komt er gaandeweg steeds vaker ruimte voor een eerder gemoedelijkere sfeer.

Opmerkelijk is onder meer hoe Bherman de songs op ‘The Nashville Sessions’ helemaal niet volpropt en veel liever ruimte laat voor opbouw. Dat hoor je bijvoorbeeld tijdens single Victoria waar het gitaarwerk prominent aanwezig tekent. Elders is er dan weer sprake van zwoele, zelfs licht dansbare countryvibes (The Corridor of de zwoele laatavondsfeer van Light). En in het wat naar Admiral Freebee knipogende Little Brother wordt de weemoed via een zwierige vioolpartij versterkt.

Kenmerkend voor ‘The Nashville Sessions’ is ook de eenvoud. Leg je oor maar eens te luister bij het sensuele Foolish. Niet de snelste in de reeks, maar het demonstreert bij uitstek dat snelheid vaak overgewaardeerd is. Liever een lekker trage vol zinnebeeldende prikkeling dan een slecht gespeelde snelle, denken we dan. Het opgewekte traanvocht wordt vergeten via het fraai georkestreerde Touch. Daaruit blijkt wederom de sterke aandacht voor compositie en een inkleuring met prominente rollen voor nuance, precisie en detail.

‘The Nashville Sessions’ is misschien wel een van de meest straffe en hoogst aanstekelijke albums die Bherman tot op heden op de wereld losliet. De grote sterkte zit vooral in de succulente spreiding van het talent en in de wijze waarop de singer-songwriter via dit nieuwe album alweer het nut van samenwerking beklemtoont. Een van de meest wezenlijke aspecten is de vocale input van de zusjes McCrary. Onwaarschijnlijk hoe hun fluwelen stemmen, zoals onder meer tijdens de knappe afsluiter Green, schitteren als duistere diamanten in de nacht.

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord