Camille Saint-Saëns (1835-1921) wist hoe men muziek schreef die het oor uitnodigde zich over te geven aan klank alsof het een hogere macht betreft. Hoe hij die kunde verwierf, was door zelf te luisteren en op te gaan in de composities van grootmeesters die hem voorgingen. Een van zijn grote voorbeelden, was Hector Berlioz. Het zijn vooral zijn bijna magisch mystieke invloeden die terug te horen zijn in de eerste twee symfonieën van Saint-Saëns.
Het is het Orchestre Philharmonique Royal de Liège o.l.v. Jean-Jacques Kantorow dat zich de opdracht toe eigende om dat speciale grootse, maar toch zo verfijnde gevoel over te brengen op de luisteraar, ter gelegenheid van het honderdste sterfjaar van de componist. Een schot in de roos. Wanneer men de CD oplegt, is het de muziek dien onmiddellijk de sfeer van leven en zacht opwellende klanken vanachter een soort van mistgordijn laat tevoorschijn komen. Een beetje als een schilderij waar steeds meer vorm inkomt dankzij warm rode klanken die worden toegevoegd.
We worden ook vele invloeden gewaar van componisten als Mozart, Beethoven, Mendelssohn en Schumann. Alle invloeden vloeien mooi door mekaar als een geheel aan waarnemingen. Het bewijs dat muziek geen nationaal of regionaal verschijnsel is, want op deze manier wist bij de Duitse en Franse school te verenigen. Het is dan ook merkwaardig dat hij deze eerste symfonie zelf terugtrok uit zijn catalogus. Een mogelijke verklaring kan zijn, dat hij er vooral aan werkte tijdens de momenten dat zijn leermeesters – waaronder Halévy – afwezig waren. Hij wist zelf dat hij wat bovennatuurlijks had geschreven, maar wist niet of het algemeen zou aanvaard worden.
Zijn tweede symfonie echter, werd voorgedragen aan het comité van de Société Sante-Cécile en werd voorgesteld als een anoniem werk van een jonge Duitse componist. Iedereen was laaiend enthousiast. Berlioz en Gounod verklaarden nadat hij als componist werd aangewezen dat het om puur meesterschap ging. Het was de perfecte vervolmaking van zijn vorig symfonisch werk. Mooie contrapuntaccenten, nog steeds wat Mozart- en Beethoveninvloeden, maar een totaal eigen en unieke lyriek.
Saint-Saëns was organist en pianist, wat men vooral bij deze werken goed kan merken aan de manier waarop klanken mekaar ontmoeten nadat ze samen opstijgen en samen een atmosfeer gaan vormen. Ook merkte hij als salonpianist, welke klanken het oor het meest beroerden. Hij was een sterke observator. Het kerkelijke aspect binnen zijn oeuvre zorgde binnen de laatste evolutie van zijn symfonieën haast voor een instrumentaal kooreffect. En dat kan niet anders dan hemels zijn.
Een opvallend mooie opname, die we warm aanbevelen.
BIS 2460 SACD http://www.outhere-music.be