De Bachs en hun kleurrijke fluitmuziek

by Knopskaya

Wanneer we het over muzikale familie hebben, zullen de meesten onder ons de Bachs in een adem vernoemen. Niet alleen Johann Sebastian Bach (1685-1750) was een vooraanstaand componist, zijn familie bulkte van compositietalent. Deze CD concentreert zich op de fluitmuziek geschreven door grootmeester Johann Sebastian en diens zonen Wilhelm Friedemann, Carl Philipp Emmanuel, Johann Christoph Friedrich en Johann Christian Bach. Elk van hen wordt op de kaart gebracht met zijn specifieke muzikale kenmerken.

Een sfeervol album dat u onderdompelt in het geluid van vervlogen tijden.

Johann Sebastian Bach kende alle stijlen van zijn tijd. Niet alleen dat. Hij beheerste alle facetten van de muziek waardoor hij zijn genie kon laten gelden. De orkestrale suite in B, geschreven in Franse stijl, is hier een mooi voorbeeld van. Op dit album waarheidsgetrouwd aan de Franse stijl uitgevoerd trouwens; Vermoedelijk deed hij deze ervaring op tijdens zijn vroege reizen naar het hof van Celle. Ook in Leipzig zelf was hij bevriend met enkele Franse dansmeesters. En toch toont deze suite zoveel persoonlijke kenmerken. Bijzonder daarbij is de bas imitatie in de hoogste stem in de Sarabande en het Menuet. Ook in de Polonaise waar de bas de melodie speelt terwijl de fluit improviserend en virtuoos erbovenuit klinkt. Homofone dansstukken krijgen een polyfone meerwaarde. De hoogste stem wordt geschaduwd door een blaadinstrument, wat voor zich spreekt in de toenmalige stijl. Dat dit fluit is en geen hobo, maakt het vrij uniek. Het klinkt ook allemaal scherper en verfijnder.

Wilhelm Friedemann Back (1710-1784) was de oudste zoon van het geslacht. Johann Sebastian stak veel tijd in zijn muzikale opvoering, zoals het schrijven van een klavierboekje. De zoon zou later organist worden in de Sophienkirche te Dresden. Daarnaast zou hij ook actief blijven binnen de aristocratische scene als componist. De fluitsonate hier behoort tot die periode in Dresden en werd aanvankelijk anoniem bewaard in de staatsbibliotheek te Berlijn alvorens aan hem te worden toegekend. Het is een stuk dat vrij veel vraagt van de uitvoerende fluitist en dat het hoge niveau weergeeft van die periode en plaats. Het is zelfs voor op zijn tijd door een aantal pre-classicistische elementen binnen de nieuwe galante stijl.

Carl Philipp Emmanuel Bach (1714-1788) was de tweede overlevende zoon binnen de familie. Hij wordt weleens de Berlijnse – naar zijn aanstelling als klavecinist bij Frederick de Grote – of de Hamburgse – naar zijn functie als kapellmeister in opvolging van zijn peetvader Gerog Philipp Telemann – genoemd. Dit concerto typeert zijn schrijfstijl op zoveel manieren. Aanvankelijk begint het geheel heel energiek en voortdravend om daarna gevoeliger verder te gaan, waardoor een zekere melancholie bij de luisteraar optreedt. Op dat moment komt de ontroerende speelsheid van de derde beweging. Alsof gevoelens constant met mekaar dialogeren. Dit concerto werd oorspronkelijk voor orgel geschreven en later herwerkt voor fluit. Er moest tijdens de opvoering dus geregeld teruggegrepen worden naar d eoriginele opvoeringspraktijk voor klavier om het comfortabel uitvoerbaar te maken. Het is verder ook onduidelijk ter gelegenheid van wat de componist het stuk transcribeerde en hoe groot het orkest was dat hij voor de opvoering in gedachten had. De delen spreken mekaar daarin ook tegen. Er werd hier daarom gekozen voor een uitvoering zonder bas.

Johann Christoph Friedrich Bach (1732-1795) was bijna zijn hele loopbaan actief in Bückeburg en kan wat stijl betreft geplaatst worden tussen zijn broers Carl Philipp en Johann Christian in. Veel van zijn composities zijn verloren gegaan, maar we hebben wel nog deze hele mooie trio sonate waarvan de partituur voor fluit, altviool en basso continuo bijzonder uitzonderlijk is. Het resultaat van deze combinatie geeft een extreem warm geluid weer. De instrumenten smelten bijzonder lieflijk samen en zorgen voor een geborgen en zoet gevoel bij de luisteraar.

Johann Christian Bach (1735-1782) was de jongste zoon en meteen ook diegene met de meest moderne compositietechnieken. Hij neigde al volledig richting classicisme. Dit blijkt uit de kleurrijke combinatie van hobo, fluit, altviool, viool en basso continuo binnen zijn quintet. Zijn zangerige stijl wordt gekenmerkt door zijn verblijf in Italië en zou een grote indruk gemaakt hebben op de jonge Mozart gedurende diens bezoek aan Londen, waar de componist lange tijd verbleef. Dit quintet zal u Mozartiaanse hints laten horen. Maar toch was deze Bach eerst!

Dit moois werd allemaal sfeervol en zo waarheidsgetrouw mogelijk opgenomen door het ensemble Musica Gloria, een jong ensemble opgericht door de eveneens jonge en dynamische muzikant Beniamo Paganini – die zelf de traverso voor zijn rekening neemt – en werd mee in goede banen geleid door Nele Vertommen. Muscia Gloria trad op in AMUZ, Bozar, Concertgebouw Brugge, voor Klara, Mafestival en Musica Antica.

Panclassics – PC 10441 – http://www.outhere-music.com

 

 

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord