Toen de allereerste Bach-biografie verscheen in 1802, geschreven door Johann Nikolaus Forkel, werden de Goldbergvariaties BWV 988 sterk uitgelicht. Ze zouden uitgroeien tot een legende. Het werk werd besteld door de toenmalige in Dresden gevestigde Russische ambassadeur tijdens een doorreis met tussenstop in Leipzig, en zou moeten gespeeld worden door de toen jonge en beloftevolle klavecinist Johann Gottlieb Goldberg. De muzikant verbleef in de ambassadeurswoning en moest voor verstrooiing en ontspanning zorgen. Het stuk moest bijgevolg ook wat humor in zich dragen. Bach suggereerde een aantal speelse variaties.
Het was wel nieuw volgens Forkel voor Bach, werken met eenzelfde harmonisch patroon dat steeds diende aangepast te worden. Het zou echter het startpunt voor zoveel meer moois gaan betekenen. Nu, honderden jaren later nog steeds. Het werk werd in 1742 gepubliceerd en ambassadeur Keyserling was in de wolken.
Fictie?
Een sprookje… Maar klopt dit wel allemaal? Goldberg was echter slechts 14 jaar oud toen de partituren gedrukt werden. Was de jongeman wel zo begaafd om deze variaties zo jong reeds aan te kunnen? Ontving Bach wel degelijk honderd Louis d’ors? Want dat was toch wel een hele geldschat voor een stuk dat voor de eerste maal gedrukt werd in het klavieroefenboek van Balthasar Schmid zonder vermelding van zijn naam of enig voorwoord zoals dat toen de gewoonte was? Na Bachs dood werd zelfs de beker waarin de geldstukken zaten niet teruggevonden bij inventarisatie. Had biograaf Forkel dan zijn fantasie de vrije loop laten gaan tijdens het schrijven van zijn lofzang aan Bachs adres?
Niet alles zou onwaar zijn. Goldberg was een leerling van Bachs oudste zoon, Wilhelm Friedemann. Het is dus best mogelijk dat Bach zelf hem capabel had ingeschat. De rest van het toch wel romantische verhaal zorgde voor bijna heroïsche uitvoeringen van de variaties. Forkel was een biograaf van zijn tijd, die alles verheerlijkte om de volgende generaties te overtuigen van de schoonheid van het geheel. Het mag gezegd, het is de kerel verdorie gelukt. En eigenlijk wel best terecht. Zo schreef hij hele verhalen over hoe Keyserling de slaap niet kon vatten. Goldberg zou bijgevolg de hele nacht voor hem moeten hebben gespeeld.
Het stuk zou velen inspireren, waaronder Anna Magdalena Bach – een klein stukje variatie bevindt zich in haar Notenbüchlein. Er werden elementen van teruggevonden in een chaconne van tijdgenoot Händel en in Beethovens Diabelli Variaties. Maar er zijn ook stukken die zelf geïnspireerd waren op composities van Domenico Scarlatti, Hassler en Sweelinck.
Labyrint
De Zwitserse klavecinist Michel Kiener vervolmaakte destijds zijn studies in onze Lage Landen, waarna bij terugkeerde naar Genève om er een professorenpost te bekleden aan het Conservatorium en gaf vele masterclasses in Azië. Zijn onderzoek ging vooral uit naar achttiende en negentiende eeuwse klavieren. De interpretatie op deze bijzondere dubbel cd is historisch in die zin dat alle interpretaties en verhalen aan mekaar verbonden worden. Men hoort humor, studie en behendigheid. Daarnaast kan men niet ontkennen dat de muziek meditatief inwerkt. Dus misschien kan het slaapverhaaltje wel kloppen? De tekst van Koen Uvin in het boekje, bevat de hele historie in geuren en kleuren waardoor u tijdens het beluisteren toch wel gefascineerd raakt om aanknopingspunten terug te vinden die de waarheid zouden kunnen blootleggen.
Kortom, u gaat op avontuur in een labyrint van verhalen terwijl u rust en ontspanning wordt geboden. Wat wil een mens nog meer?
Passacaille 1108 – http://www.outhere-music.be