De Gouden eeuw van de Mandoline

by Knopskaya

De mandoline is vermoedelijk hét instrument van de vernieuwing tijdens de achttiende eeuw. Kleiner dan een luit of een gitaar, maar krachtig en fijn van stem. Als een stevige tokkelviool vol virtuoze klanken. Men vindt het instrument dan ook vaak terug in de beeldende kunst uit die periode. Een partituur van Alessandro Scarlatti maakt de kracht en impact van het instrument duidelijk binnen een orkest: “Wanneer er geen mandoline voorhanden is, laat alle violen dan unisono samen de partituur volgen.” Het was daarnaast ook niet ongewoon dat zangers zichzelf op het instrument begeleidden. Mancini, Bononcini, Hasse, en zelfs dé grote Leonardo Da Vinci. Ze zorgden allen voor repertoire voor het kleine wonderlijke ding.

Lef
Het was Antonio Vivaldi die besliste  om regelrechte concerto’s voor mandoline te gaan schrijven. Het resultaat was adembenemend. Het was waaghalzerij, maar bijzonder geslaagde waaghalzerij. Magie ten gevolge van durf om het instrument een hoofdrol te geven. Hij zette echt mee te trend van sonates voor diverse snaarinstrumenten in Italië gedurende die periode. Het was vooral Napels, waar de speelwoede het hevigst tierde.  Gefundenes Fressen voor de multi-instrumentalisten uit die tijd. Het instrument werd zelfs ingezet bij opera’s.

Stem
Natuurlijk trok het op die manier ook de aandacht van componisten die voornamelijk voor opera schreven, zoals de Venetiaanse Baldassare Galuppi en de later naar Frankrijk verhuisde Giovanni Paisiello. Ondanks deze laatste zijn composities grotendeels vocaal waren, maakte hij toch ruimte  om repertoire te schrijven voor de mandoline. Toch, hij zou er zijn naam nooit op noteren. Het is door de gracieuze melodische stijl, geïnspireerd op Pergolesi, in combinatie met zijn vriendschap met de toen beroemde mandolinist Dominique Della Maria, dat men de partituren aan zijn hand toeschrijft. Men merkt ook steeds meer dat de mandoline een prominentere rol krijgt, naar mate het instrument beter gekend raakte. Zo mocht het instrument naast twee violen en een bas, in de spotlight staan.

Stijl
Een derde componist binnen deze Napolitaanse school was Francesco Lecce. Behalve dat hij violist was, is er zeer weinig over zijn leven gekend. Er is een sterke stijlovereenkomst tussen zijn werk en dat van Paisiello, waardoor er een interessante grijze zone is ontstaan, die door beide componisten op die album te combineren, mooi naar voor komt.

Elegantie
Tenslotte maken we kennis met Nepomuk Hummel, een componist uit het classisisme, leerling van Mozart geweest, en werd opvolger van Haydn bij het vorstengeslacht Esterhazy. Deze  invloeden leveren een grote elegantie en een uitzonderlijk evenwicht op in zijn muziek. Luister maar naar het stukje Haydn dat fijnzinnig werd toegevoegd. Het achttiende eenuwse vervolg op een rijke traditie.

Insteek
Dit album zet meteen de toon. Door te beginnen met het allegro uit  het mandolineconcerto in C groot van Vivaldi, wordt het collectieve geheugen geraakt. Goed geraakt, want het is niet de zoveelste uitvoering, maar een staaltje van pure inlevingskracht door mandolinist Raffaele La Ragione, samen met dirigent Francesco Orti en Il Pomo d’oro. Diepe bassen, nuances die letterlijk zorgen dat alle gevoelige snaren exact inwerken. Alle accentjes dus u zelf ooit wilde leggen, had u maar muzikant kunnen worden, kent u het gevoel? Wel, hier denkt u ze niet alleen, maar hoort u ze ook. Het maakt al wat volgt nog meer savoureerbaar en vooral interessant.

De Gouden Eeuw van een Gouden Instrument, die blijft nazinderen…

Arcana 524 – http://www.outhere-music.be

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord