De Haute-contres op Reinoud Van Mechelens boeiende lijst

by Knopskaya

Reinoud Van Mechelen en zijn ensemble A Nocte Temporis zijn nu al een paar jaar bezig met een boeiende reeks opnames rond de “haute-contres” uit de Franse muziekgeschiedenis. Deze zangers met extreem virtuoze hoge stemmen spreken intussen tot de verbeelding van al wie de vorige opnames bij label Alpha Classics wist te beluisteren. Ze nemen ons mee naar de wereld van de Franse barokcomponisten, aan die bloeiende tijd aan de Franse hoven nog net voor de revolutie zich wist in te zetten. Deze opname gaat uit naar haute-contre Joseph Legros, die internationale faam wist te vergaren en zo onder de aandacht van Gluck kwam.

Van Mechelen  slaagt er opnieuw in een mooi historisch kader te creëren, die ook mede dankzij de muzikanten wiens namen we zien terugkeren bij de beste barokensembles. Mooie accenten met hoog gecapteerd gezongen noten, expressieve intonatie en een totale grote virtuositeit. Een ontdekking waar iedereen blij van wordt en waarbij men zich inbeeldt even in de geschiedenis te kunnen verdwijnen.

Achtergrond 

Joseph Legros (of Le Gros) (Monampteuil, 7 september 1739 – La Rochelle, 20 december 1793) was een Frans zanger en componist. Hij is vooral bekend door zijn samenwerking met componist Christoph Willibald Gluck. Legros zong de rol van Orpheus bij de première van Glucks versie van Orpheus en Eurydice uit 1774 en wordt meestal beschouwd als de bekendste haute-contre van zijn generatie.

Zijn eerste en degelijke opleiding kreeg hij als “misdienaar” (d.w.z. koorknaap of meester) in een professioneel kerkkoor. Toen zijn stem muteerde ontwikkelde Legros een haute-contre, een Franse hoge tenorstem die over het algemeen werd gebruikt voor de heroïsche mannelijke hoofdrol in Franse opera’s van die tijd. Legros debuteerde in 1764 aan de Académie royale de musique en werd de eerste haute-contre, een functie die hij bekleedde tot 1783, toen hij met pensioen ging, mede vanwege zijn toenemende obesitas.

Legros begon zijn carrière als operazanger met het vertolken van de hoofdrollen in Jean-Philippe Rameau’s tragédies lyriques. Later paste hij zich aan de nieuwe Italiaanse stijl aan en zong veel van de hoofdrollen in Glucks Franse opera’s, waaronder Achilles in Iphigénie en Aulide, Admète in de herziene versie van Alceste uit 1776, Renaud in Armide en Pylade in Iphigénie en Tauride. In 1774 bewerkte Gluck de rol van Orfeo in Orfeo en Euridice, oorspronkelijk gezongen door castrato Gaetano Guadagni, voor Legros. In deze herziene versie op een Frans libretto getiteld Orpheus en Eurydice transponeerde Gluck het vocale bereik van de rol van Orpheus naar de contraflat: deze rol vereiste dan een bijzonder hoge tessituur met behoud van een haalbare ambitus. Hij creëerde ook rollen in vier opera’s van Niccolò Piccinni, waaronder Pylades in Iphigénie en Tauride. Zijn laatste rol was de titelrol in Antonio Sacchini’s Renaud.

Legros werkte samen met Léopold-Bastien Desormery aan het herontwerp van de tweede inzending van François Lupien Grenets opera-ballet Le triomphe de l’Harmonie. Hun werk werd uitgevoerd in de Opera onder de titel Hylas et Églé in 1775. Vanaf 1777 dirigeerde Legros het Concert Spirituel, waar hij de interpretatie van de muziek van Haydn en Mozart bevorderde. Hij gaf opdracht voor Mozarts Symfonie nr. 31 in D majeur, K. 2975. Gedurende deze tijd componeerde hij ook een niet-uitgevoerde opera, Anacreon, en enkele liederen. (bron: Wikipedia)

ALPHA 992 – http://www.outhere-music.com

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord