Lady Linn is een powervrouw. Die kracht zit vooral in haar veelzijdigheid, in de volle klank van haar stem die ze steeds weer tot uiting weet te brengen. Haat interesseveld is zo breed, dat ze eindeloos wordt geïnspireerd. De juiste mood voor het juiste nummer blijft echter belangrijk. Daarom verwerkte ze haar jongste geesteskinderen in haar nieuwe ‘trilogie’, een reeks van drie EP’s – ‘I’m Fine’, ‘Nocturne’ & ‘Sea of Trees’ – die elk hun eigen verhaal vertellen. En toch zijn de EP’s niet zo heel verschillend van mekaar. De rode draad doorheen het geheel, bewijst haar affiniteit met de jazz, de soul en elektronische dance. De teksten stammen allen uit een diep verlangen naar de kleine dingen des levens. Daarom zit er ook best wat melancholie in, ondanks het hoge feel good karakter van het geheel.
Alles bouwt op tijdens het beluisteren van de drie delen, van een sober, uitgepuurd quasi helemaal elektronisch geluid van de JX-03 van Linn op de eerste EP met mooie bijdrages van Gustaph en Gregory Frateur en producer Frederik Segers naar een vollere klank van full band op de volgende EP’s. Een organische, energieke sixties klank op ‘Nocturne’ met glansrol voor haar partner en bassist Filip Vandebril en partners in crime : The Magnificent Seven, Frederik Heirman als arrangeur en Jan Chantrain aan de knoppen en dromerige en warme analoge synths van Joris Caluwaerts op ‘Sea of Trees’.
Lady Linn over I’m fine, het eerste deel van deze boeiende trilogie:
(opgetogen) – Ik ben eigenlijk gewoon super trots op dit album, het maakt mezelf ook blij dat dit na covid is kunnen tot stand komen. Ik voelde me bijzonder slecht, zoals velen in de sector. Je mocht gewoon je ding niet doen, je kon je ei niet kwijt. Het trof zovelen onder ons in de sector. Vlak voor de lockdown was ik nog op tour geweest met een programma dat Murder Ballads heette, o.a. met Stijn Meuris en Gregory Frateur (zanger, componist en performer bij Dez Mona).
Tijdens de eerste lockdown was er dan een project van Trix dat De Fakkel heette. Frateur gaf me de Fakkel door. Ik liet me inspireren door The Valerie Solanas. Ik coverde vanuit toen mijn eenzame gevoel Night Cruising. Frederik nam de definitieve productie op zich, wat tot een geweldig eindresultaat heeft geleid. Het werd dus ook het laatste nummer van de EP. Ik kende Frederik al van tijdens onze opleiding aan het conservatorium en wilde al langer met hem samenwerken. Dit bleek de uitgelezen kans. Night Cruising gaat over het betoverende van een verlaten, nachtelijke grootstad, het eenzaam fietsen door die stad, en het gevoel van een diepe verbondenheid met de stenen, de straatverlichting, de snelwegen, de plantsoenen, de (bescheiden) wolkenkrabbers.
Wat het ontdekken van al deze fijne geluiden zo – eigenlijk wel plezant – in gang gezet heeft, was de aanschaf van een klein jaren negentig synthesizertje – een JX3 Roland. Ik had ervoor nooit gedacht dat het me zoveel creativiteit zou bijbrengen. Ik moest alles tenslotte zelf inspelen en opnemen. Ook de video die we in het bos bij Laarne maakten. Alles resulteerde in een speciale rustgevende sfeer. Dat mijn zoontje hier een opmerking over maakte, bevestigde gewoonweg alles.
Het is door al die slechte covid-omstandigheden dat ik de durf heb gehad om mijn eigen product te maken, nog persoonlijker dan alle vorige projecten. We hebben samen met Gustaph, Gregory en met het volledige team gekozen voor een zeer open sound in deze eerste EP. Intieme geluksgevoelens met een weemoedig kantje. Dat zijn dingen die heel erg vanuit mijn hart kwamen tijdens het schrijven en ik wilde ze dan ook ten volle laten overkomen en inwerken bij het publiek.
Toch is niet alles alles tijdens de lockdown zelf geschreven. Paris was er al langer, maar ik wilde het nu pas kenbaar maken, vooral omdat ik het zo graag met Gustaph (singer-songwriter en produces Stef Caers, die met internationale artiesten als Andy Butler werkte) wilde zingen. Zijn stem past zo mooi bij al die happy songs. Paris’ is een nummer dat ik maakte op Maschine (Native Instruments). Ik haalde mijn inspiratie uit de film Good Dick, die ik op Sundance Channel had gezien. De song werd afgewerkt met de Engelse singer-songwriter Will Knox (bekend van Dotan).
Ook het vervolg op dit eerst gedeelte van de trilogie is opnieuw heel persoonlijk en puur. Het is een beetje het after-lockdown gevoel. Ik was nog niet zo lang bevallen van mijn tweede kindje, toen ik opnieuw aan het werk ging. Mijn man moest ook opnieuw aan het werk. Gezien de kindjes uit logeren waren tijdens die avonden, kwam ik ’s nachts in een leeg huis aan. Ik ging achter de piano zitten en begon te schrijven, heel automatisch. Zo ontstond ook de titel Nocturne. Het is de eerste plaat waarop ik mezelf begeleid op de piano.
Wat ook zo bindend was aan de opnameperiode die volgde op de schrijfperiode is dat we alles met heel de bende zijn gaan opnemen in een studio in de ardennen. Het geeft een beetje dat sixties-sfeer-gevoel weer dat in mijn muziek schuilt. Iedereen samen, net als in de tijd van de Beatles.
Kunt ge u dan nog beter voelen bij zo’n eindproduct?
Om te besluiten kunnen we alvast zeggen dat Linn een veelzijdige trilogie heeft neergezet, waarin ze put uit een grote diversiteit van invloeden, waarin ze op een eigentijdse, originele manier graaft in de muziekgeschiedenis. Ook op de productie heeft ze duidelijk haar stempel gedrukt. Zowel bij de EP ‘I’m Fine’ als bij ‘Nocturne’ was ze co-producent. Linn heeft een unieke stem in het muzieklandschap, een stem die we moeten koesteren.