De oorsprong van Beethovens pianotrio’s

by Knopskaya

Beethoven was een pionier in het combineren van snaar- en blaasinstrumenten. Vooral in zijn vroege werk. Het Trio Parnassus, een ensemble dat al meer dan dertig jaar faam geniet, mag dan wel geen blazer in het gezelschap hebben, maar besliste deze werken via arrangementen toch opnieuw op de kaart te plaatsen.

Zo is er opus 81 b, in een arrangement en oorspronkelijk geschreven voor twee hoorns, twee violen, altviool en bas en werd uitgegeven door Nikolaus Simrock in 1810. Deze traditie ging terug naar het Weense divertimento en werd ook gebruikt door Mozart en Haydn. Enkel ging het concept van Beethoven nog veel verder.

De twee hoorns zorgden niet enkel voor harmonische ondersteuning zoals men eerder gewoon was, maar ze verzorgden ook een prominentere rol en kwamen bijzonder virtuoos uit de hoek. Als een tweede hoofdrolspeler zeg maar. Hier waren twee specialisten nodig dus. Voor muziekuitgevers was dit niet zo ideaal. Hun publiek bestond voornamelijk uit amateur muzikanten. Hiervoor vertrouwde Beethoven zijn werk toe aan Simrock, gezien deze zelf ook hoornspeler was.

Simrock begon zijn carrière in Mainz. Hij speelde enkele jaren in een Frans militair ensemble alvorens aangenomen te worden in het hof-orkest van Bonn. Hij had niet veel meer bezit dan papier, muziekinstrumenten en wijn. Toch wist hij in 1793 zijn eigen uitgeverij uit de grond te stampen. Toen vielen de Franse troepen het Rijnland binnen, waardoor het orkest werd ontbonden en hij enkel nog zijn zaak had om geld mee te verdienen. Hij was al heel lang bevriend met de familie Beethoven. Zo was de grootvader van Beethoven dirigent in het orkest waar hij speelde en de jonge Beethoven zelf speelde ooit altviool aan zijn zijde. Zelfs na Beethovens verhuis naar Wenen, bleven beide heren in contact.

Simrock moet ervan overtuigd zijn geweest dat Beethovens sextet in zijn originele bezetting niet zo goed zou verkopen. Een maand voor de publicatie kwam hij met een eigen arrangement op de proppen voor piano trio en waarbij het aandeel van de viool ook door een altviool kon worden uitgevoerd. Dit kunt u trouwens heel goed waarnemen op deze opname. Hij verving de hoorn door stukken viool, altviool en cello. In het originele werk werden de hoorns afzonderlijk bespeeld, maar ook soms in koppel. Dit is de reden voor het aanwenden van de altviool. Ze gaat zo beter in geluid samen met de cello. Zeker in het begin van het trio kunt u het diepe geluid hiervan ervaren. Heel soms hoort u de hoorns ook terug in de piano, alsof alles exact over alle instrumenten is verdeeld om tot de beste expressieve dialoog te komen. Beethoven zelf zou enthousiast geweest zijn over de bewerkingen van Simrock.

Dit in tegenstelling tot zijn septet in opus 20 voor klarinet, hoorn, viool, altviool, cello en bas dat door uitgever Hoffmeister&Kühnel tegen zijn zin uitgegeven werd als strijkkwintet.  Hij had het werk trouwens opgedragen aan keizerin Maria Theresia. Beethoven was zo geschoffeerd dat hij dan maar besliste het lot in eigen handen te nemen en het stuk zelf te arrangeren voor piano trio, trio opus 38. De uitgeverij weigerde het stuk uit te geven. Een andere jonge Weense uitgever zag de kans voor schoon en publiceerde het in 1805 voor piano, klarinet of viool en cello. De hoofdrol is hier voornamelijk voor de piano.

Een boeiende opname.

MDG 9032298-6 http://www.outhere-music.com

 

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord