Diepe klanken scheppen nieuw leven – And the sun darkened

by Knopskaya

Passietijd, bezinning, overpeinzing, lijdzaamheid. Het hoort er allemaal nog steeds bij. Men bevindt zich in een periode waarin het licht het probeert te winnen van het donkere dat ons nog steeds omarmt. In de periode rond 1500 werden ongelooflijk veel motetten geschreven die de gebeden rond het hele passiegebeuren aan kracht moesten bijzetten. Het zijn deze composities die vier mannenstemmen van verschillende tessituur laten versmelten. Polyfonie op zijn sereenst en diepst.  New York Polyphony  werd als ensemble opgericht in 2006 en focust zich sinds 2012 op de polyfonie uit onze regio.

Het was Loyset Compère (1445-1518)  die een tijdgenoot was van Josquin Desprez (1450-1521). Toch hadden ze elk een heel persoonlijke stijl om het Goddelijke besef tot de laat middeleeuwse mens te laten toetreden.  Waar Compère de naam Jezus, de Zoon centraal stelt en overgaat tot complete devotie, legt Desprez veel meer de nadruk op de tekst  als geheel door woorden en hun waarde ervan te benadrukken. Zo nemen de hogere stemmen het verhaal en de essentie voor hun rekening, terwijl de lagere stemmen in piëteit beamen.

Het mag gezegd dat de hele polyfonie nog steeds een verhaal van heden en verleden is, misschien zelfs van toekomst. Zo schreef de hedendaagse componist Andrew Smith een werk dat volledig past binnen het geheel. Salme 55 ging in 2011 in première en werd toen eveneens gebracht door New York Polyphony. Het verhaal van vragen om verlossing, maar evenzeer vertrouwen hebben is tijdloos. Zelfs de grootste atheïst vraagt zich af wanneer bepaalde fenomenen zullen stoppen of wanneer een bepaald tij zal keren. Het is een teken van menselijke zwakte om in het onbekende te vragen om duiding. Net dat gegeven maakt ons allemaal samen mens, ongeacht cultuur, geslacht, afkomst of levensbeschouwing.

Net als Compère en Desprez, was Adriaan Willaert (1490-1562) afkomstig uit onze streken. Toch spendeerde hij een groot deel van zijn professioneel leven in Italië, waardoor zijn muziek reeds tikjes contrapunt vertoonde, contrasten tussen gebedsteksten en omringende polyfone teksten. De teksten waren bijgevolg meervoudig inzetbaar tijdens de liturgie, gezien het samenkomen van inhoudelijke achtergronden.  Dit in tegenstelling tot de twee voorgaande componisten. Toch zouden ook zij enige tijd in Italië verbleven hebben, maar dan meer in een setting van bezinning en recitatie. Het Officium de Cruce zou door Compère tijdens  of na zo’n verblijf geschreven zijn.

Het zijn al die invloeden die men op een hedendaagse manier kan terugvinden in Psalm 22 van Cyrillus Kreek (1889-1962). De koorleider-componist wordt beschouwd als een van de founding fathers van de Estse muziek. Hij combineert volksmuziekaspecten aan negentiende en twintigste eeuwse harmonie en melodie via een combinatie van technieken die uiteindelijk het sacrale van een heilige plaats benadrukken.

Kort maar krachtig wordt dit album beëindigd met het O salutaris hostia van de Frans-Vlaamse Pierre de la Rue (1452-1518).

Geoffrey Williams – contratenor
Steven Caldicott-Wilson – tenor
Christopher Dylan Herbert – bariton
Craig Philips – bas

BIS-2277  http://www.outhere-music.com

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord