Een album dat bloeit, zo laat de cover het terecht vermoeden; zo lentefris dat men gaat twijfelen of men eerst het boekje moet opendoen of de CD moet beluisteren. We hielden het even bij een ondertiteltje: de lente van de liedkunst.
Tenor Teun Michiels weerklinkt onmiddellijk fris en zoals het in zijn curriculum vitae staat, di grazia. Ook het pianospel van Peter Jeurissen valt onmiddellijk op, als ware het een tweede zangstem. Beide partijen blenden geweldig mooi tijdens de Frühlingstraum uit Franz Schuberts (1797-1828) Winterreise. Der Lindenbaum springt er vervolgens vooral uit omwille van de pianopartijen die de luisteraar enkele prachtige contrapuntmomenten bezorgen. Vocaal springt Am Bach im Frühling er met kop en schouders bovenuit. Vooral het lieflijke valt hierbij op. Teun Michiels beleeft ieder woord dat hij zingt, waardoor de nuances exact in plooi vallen. Dat is nu eenmaal de moeilijkheid bij Schubert, die we toch wel de koning van het lied mogen noemen. Hij zocht gedichten uit van de meest emotioneel doch rechtvaardige aard; de perfecte mix van ethiek en emotie voor de mens die met zichzelf leeft zoals Goethe en Wilhelm Müller het verbaal weer wisten te geven. U kunt trouwens een vertaling van alle teksten in het begeleidend boekje terugvinden, zodat u ze ten volle kunt beleven.
De reden waarom stem en piano zo wonderwel samenklinken, ligt aan de Straight Strung Chamber Music Concert Grand vleugel van de hand van Chris Maene, gebouwd in opdracht van niemand minder dan Daniel Barenboim himself. In 2015 werd het instrument geïnaugureerd. Het bijzondere aan deze piano is dat hij rechtsnarig is. Het was Steinway & Sons die aan het eind van de negentiende eeuw de moderne kruissnarige vleugel introduceerde. Het maken van een moderne vleugel met rechte snaren, is bijgevolg belangrijk voor de historische uitvoering van de romantische kamermuziek en het lied in het bijzonder. Dit album, dat trouwens een wereldpremière is wat de eerste Straight Strung voor kamermuziek betreft, is bijgevolg zoveel meer dan een geslaagd experiment. Nu horen we namelijk hoe de componist beide stemmen bij mekaar voelde horen.
Wat de composities van Robert Schumann (1810-1865) betreft, kunnen we pianistiek nog een stapje verder gaan, gezien de stem bij hem eerder de piano volgde. Het toevoegen van miniaturen voor klavier solo, de Waldeszehnen, geven zijn werk prachtig weer in de originele vorm van toen, met de techniek van nu. Wat Schumann zo mooi typeert, is de uitbeeldende kracht van de piano. Al deze finesses hebben Michiels en Jeurissen perfect bestudeerd. Stem en klavier doen elk op de juiste plaats het juiste werk en zorgen voor het gewenste effect dat spontaan bij de luisteraar binnen vloeit.
Ook Johannes Brahms (1833-1897) was net als Robert Schumann een groot bewonderaar van Schuberts oeuvre. Zelf schreef hij ook 190 liederen. Toch raakte dit deel van zijn werk minder gekend aangezien hij teksten van minder gekende dichters gebruikte en deze opwaardeerde door er de juiste klank aan toe te voegen. Ook hier zijn in dit album mooie muzikale momenten te beleven. Zangstem en piano zorgen samen voor heerlijke contrapuntmomenten. Stemmen gaan harmonisch tegen mekaar in, mooi in alle eenvoud.
Kortom: dit album geeft u vreugde en nieuwsgierigheid, als een fris ontwaken in een mooi landschap. U wilt de naam en geur van iedere bloem ontdekken en het waarom achter hun schoonheid.
Frühlingstraum
Schubert-Schumann-Brahms
Teun Michiels: Tenor
Peter Jeurissen: Piano
Chris Maene Straight Strung Chamber Music Concert Grand
Woodlake Records – WL01 – http://www.woodlake.be – 54:44