Géza Frid: De historische opnames van een Nederlands-Hongaars icoon

by Knopskaya

Géza Frid (1904-1989) was een muzikaal wonderkind, dat in zijn thuisland Hongarije op zijn zevende reeds pianoconcerten gaf. Hij kon op jonge leeftijd al aan de Liszt Muziekacademie van Boedapest terecht, waar hij compositie en piano volgde, en zelfs tegelijk in beide disciplines afstudeerde. Zijn belangrijkste leermeesters waren niemand minder dan Béla Bartók en Zoltán Kodály. Hij onderhield behalve een collegiaal contact trouwens ook een mooie vriendschap met beide componisten, die hem zonder twijfel zeer sterk hebben beïnvloed.  Met Bartók bleef hij later nauw samenwerken.

Nederland
Frid werd in 1927 uitgenodigd om naar Nederland te komen door violist Zoltán Székely, het begin van een nieuw leven in de Lage Landen. Als Joods musicus en componist kreeg hij het niet makkelijk, WOII in het achterhoofd. Ondanks het feit dat er een optreedverbod voor Joodse artiesten was, organiseerde Frid maar liefst vijftig clandestiene concerten. Na de oorlog verkreeg Frid de Nederlandse nationaliteit, en mocht hij zelfs als eerste Nederlandse kunstenaar op concerttour naar Indonesië vertrekken.

Wil
Zijn signatuur bleef trouw aan die van zijn leermeesters, en dus ook aan zijn afkomst en de folklore van zijn geboorteland. Frid hield niet van experimenteren, maar schreef toch een eigen en uniek geluid. Zijn werken voor orkest worden vooral gekenmerkt door de egale verdeling van rollen tussen de instrumenten. Accenten worden beurtelings gedragen door de lagere en de hogere sectie instrumenten en vloeien mooi over in stuwende harmonieën. Zonder twijfel staat zijn muziek symbool voor wilskracht, doorzetting en respect voor traditie.

Naast werken voor orkest en fanfare, schreef hij ook één opera en twee balletten.

Op dit prachtige album van Et’cetera kunt u kennismaken met volgende composities:

  • Paradou (Fantaisie Symphonique) op. 28 (1948)
  • Concert voor twee violen en orkest op. 40 (1952)
  • Études Symphoniques op. 47 (1954)
  • Concert voor twee piano’s en orkest op. 55 (1957)
  • Ritmische Studies voor kamerorkest op. 58 (1959)
  • Het Brabants Orkest o.l.v. Michel Tabachnik – 17 oktober 2001, Muziekcentrum Frits Philips Eindhoven
  • Theo Olof, Herman Krebbers (viool), Radio Philharmonisch Orkest o.l.v. Willem van Otterloo – 7 november 1952, AVRO-studio Hilversum (?)
  • Géza Frid, Luctor Ponse (piano), Radio Philharmisch Orkest o.l.v. Jean Fournet – 15 juni 1962, NCRV-studio Hilversum

Et’cetera KTC 1633 • 78 – Serie Dutch Composers

 

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord