De trompet is een instrument dat vaak verdrongen wordt naar de wereld van fanfare en brass. Niets mis met een stevig stukje geblaas natuurlijk, maar het instrument is zoveel meer. Wanneer u zin heeft in een sprankelend stukje solo trompet, binnen een eigentijds klassiek kaders, dan is dit uw schijf. De Zweedse trompettist Håkan Hardenberger doet zijn instrument en de muziek die ervoor geschreven is eer aan vanaf moment één.
Samen met het Royal Stockholm Philharmonic Orchestra o.l.v. Fabien Gabel, brengt hij een aantal composities van op het eerste gezicht minder gekende componisten. Toch zijn deze binnen de wereld van de trompetmuziek bepalend geweest. André Jolivet (1905-1974) werd vooral geïnspireerd door de Franse impressionisten en was een leerling van Edgard Varèse. Aanvankelijk modernist, ging hij zijn muziek steeds meer minimalistisch schrijven. Van hem horen we de hoofdmoot op dit album. Zijn concertino voor trompet, strijkorkest en piano was eigenlijk zijn eindwerk op het conservatorium en combineert neo-classicisme met modernisme. Melodieuze stukken en spitse haast plagende stukjes wisselen mekaar af. Best acrobatisch soms. Zijn tweede trompet concerto werkte hij af in 1955. Het werd voor het eerst uitgevoerd door Raymond Tournesac, aan wie het opviel dat het best heel virtuoos was in de hoge registers. Het is duidelijk, Jolivet was een hoogst interessant componist om te bestuderen vanwege het spel dat hij speelt tussen snel en traag, tussen complex met veel noten en minimalistisch.
Florent Schmitt (1870-1958) is dan weer vooral gekend omwille van zijn rijke kleurenpallet en ritmische kracht. Hij behoorde tot geen enkele school, hoewel hij een liefhebber was van Wagner, Rimsky-Korsakov en Richard Strauss. Ook was hij een fervent jazz-liefhebber. Moeilijk te identificeren als hij was, wist hij toch de aandacht van Igor Stravinsky te trekken, die duidelijk oor had naar zijn muziek. Håkan Hardenberger vond het bijgevolg absoluut nodig zijn muziek uit de vergeethoek te halen en te beschermen voor verdwijning. Hij schreef de suite voor trompet en orkest toen hij al tachtig jaar oud was. Het werd gebaseerd op een eerdere compositie die hij aan het conservatorium schreef voor trompet en piano, maar die hij hier verder uitwerkte.
In totaal krijgt op op dit album vijf zulke boeiende meesterwerken te horen, waardoor er heel wat muzikaal genot – Tomasi, Jolivet, Schmitt en Jolas – opnieuw op de kaart wordt gezet. Bovendien is het ook een SACD om puur van te genieten, gezien er altijd wel iets jazzy doorschemert op een of andere manier. Iets waar u zelfs bij de meest opzwepende tonen van relaxt. Geen bombastische manifestatie van het orkest, alles heel mooi afgewogen en met de trompet in de absolute hoofdrol.
BIS SACD 2523 http://www.outhere-music.com