Erich Wolfgang Korngold (1897-1957) kan als een van de grote namen worden beschouwd als het gaat over componisten die de muziek vernieuwden. Hij ademde al vroeg muziek, als zoon van een criticus. Zo liet hij Mahler op slechts negenjarige leeftijd reeds proeven van zijn talent. Zo schreef hij in 1910 reeds muziek voor ballet.
Al gauw zou hij zich verder ontwikkelen en ook kamermuziek en orkestwerk schrijven. Het hoogtepunt volgde toen hij zijn opera Die Tote Stadt in première liet gaan. Hij was toen nauwelijks 23 jaar oud. Meerdere successen zouden volgen. Het opkomende nazisme stak echter stokken in de wielen en de jonge componist diende naar Hollywood te verhuizen, waar hij miljoenen zou bereiken met zijn filmmuziek. Hij zou terugkeren naar Europa, maar zijn laat-Romantische stijl zou nooit meer het succes evenaren dat hij ervoor had genoten. Toch is er de laatste decennia steeds meer hernieuwde aandacht gekomen voor zijn werk. Terecht.
Zo schreef hij een aantal werken voor kamermuziek. Ze maken slechts een fractie uit van zijn totale oeuvre, maar zijn totaal niet onbelangrijk. Zo begon hij op zijn dertien met het componeren van een pianotrio met invloeden van Brahms en Strauss. Een vioolsonate zou volgen en uiteindelijk een strijksextet. Zijn eerste strijkkwartet zou volgen in 1923, opgedragen aan het Rosé Quartet. Het stuk werd bij de première in Wenen goed onthaald en werd door andere ensembles opgepikt. Het tweede strijkkwartet (1933) zou niet meteen volgen, gezien Korngold nog voor andere bezettingen binnen de kamermuziek schreef en druk bezig was met zijn operawerken. Het Rosé Quartet zou ook het tweede strijkkwartet – een meer direct en ritmisch werk -opgedragen krijgen, maar hiervan diende de première reeds noodgedwongen in Amerika door te gaan. Het derde strijkkwartet dat na de oorlog volgde kent eerder een relaxerend karakter.
Met dit album bewijst het uitvoerende ensemble de rijkdom van Korngolds muziek. Vergelijk het met een haard waarvan het vuur eeuwig smeult en ten gepaste tijde opflakkert. Als een schemering die melodieus openbloeit. In al deze harmonische overvloed weet het Tippett Quartet op deze opname van Naxos deze drie strijkkwartetten van Korngold vast te leggen. Expressief en warm. Spanning en fantasie die mekaar afwisselen als in een hartverwarmende vertelling, dialogen en dynamieken binnen mooi omlijnde contexten. Drie strijkkwartetten met elk een heel eigen karakter, van lyrisch tot vragend. Soms met mooie verrassingen, humor en hier en daar een stukje volksmuziek. Korngold.
Naxos 8.574428