Klavecinist-pianist András Schiff herinnert zich zijn eerste ontmoeting met het klavichord nog levendig. Hij was tien jaar oud en mocht voor de Hongaarse televisie mee een vierhandig stuk van Gottlob Türk uitvoeren. De andere pianist was niemand minder dan József Gát, een befaamd pedagoog, gespecialiseerd in historische instrumenten, uit de school van Béla Bartók. De ontmoeting was warm. Een paar jaren later kwam George Malcolm naar de thuishaven van Schiff, waar hij een concert gaf op cembalo. Ze kwamen via gemeenschappelijke vrienden in contact. Er ontstond een band tussen leraar en leerling waarbij uren en dagenlang werd onderwezen en gedialogeerd. Onder andere over Bachs polyfonie. Zo kwam ook het boek, De kunst van het klavierspelen, van Carl Philip Emmanuel Bach ter sprake. Schiff kreeg een exemplaar van zijn leermeester en las over die andere muzikale band, die tussen vader en zoon Bach en hun door beiden geliefde instrument: de klavichord.
Waarom hadden beiden dit instrument zo hoog ingeschat? Dit en geen magistraal orgel of sierlijke cembalo? Het mooie aan de klavichord is het huiselijke, het intieme karakter en de zachte klankuitstraling. Het geeft een zekere vrijheid om bescheiden maar zeker te improviseren. Gewoon in een kleine knusse kamer zonder de buren te irriteren. De bedoeling is het instrument als een zoete zangstem te laten klinken. Een klein kader, eenvoudig ogend, maar schijn bedriegt. Het is niet omdat het als oefeninstrument werd gebruikt dat het minderwaardig was. Integendeel. De grootste orgelisten, klavecinisten en cembalisten oefenden hierop om uiteindelijk tot verbazingwekkende resultaten te komen.
Schiff moest zelf veertig jaar wachten om zelf een klavichord te kunnen bezitten, maar het wachten heeft geloond. De aanschaf gebeurde via specialist Joris Potvlieghe uit het Belgische Tollembeek. Daar was Schiff meteen onder de indruk van de kunstzinnigheid binnen het handwerk van de instrumentenbouwer. Er was ruimte voor discussie rond hoe het instrument zou moeten gaan klinken. Enkel kwaliteit stond voorop. Het bleef niet bij een enkel instrument, Schiff kocht ook nog een tweede exemplaar voor op zijn tweede verblijfplaats. Op deze manier is hij zeker dat hij telkens opnieuw de dag kan beginnen met een stukje Bach. Zelf noemt hij het zijn “zielenbad”. Hij nodigt de luisteraar dan ook uit om deel te nemen aan deze ervaring door zich eerst te laten overtuigen door de klanken van de klavichord, een instrument waaraan we niet meer direct gewoon zijn. Eens gewend, wordt het een te meer geliefd door het intieme en persoonlijke aspect. Schiff benadruk daarbij dat de klavichord hem ertoe bracht om anders piano te spelen op een gewone vleugel, met meer gevoel voor zachte nuance. Het is voor hem een instrument dat aanvankelijk vragen oproept, maar minstens evenveel antwoorden terug biedt. Hij ziet het instrument evenzeer als enkele grote namen als zijn mentor.
ECM2635/36 – ECM New Series