Giacomo Sarcuni (1690 -ca. 1756). Neen, u hoeft zich niet te schamen wanneer u de naam van dit genie nog nooit eerder hoorde. Zijn muziek is namelijk eeuwenlang verborgen gebleven onder het stof, terwijl ze zo erg het ontdekken waard is. Het is het Belgische ensemble le Pavillon de Musique o.l.v. barokvioliste Ann Cnop en La Hispanoflamenca o.l.v. Bart Vandewege die de muziek van deze achttiende eeuwse componist opnieuw volwaardig op de kaart hebben gezet.
Het is pas heel recent dat er naar zijn persoon en werk onderzoek werd verricht. De aanleiding was een eveneens Italiaanse en in Matera geboren naamgenote van hem die zich aanbood in de barokvioolklas van Cnop zelf. De enige aanknoping die ze hadden was een vermelding als maestro di cappella van het Aartsbisdom Napels in het boek van Frederick Aquilina #Benigno Zarafa and the Neapolitan Galant Style”. Na het ontdekken van de doopakte van Giacomo, bleek Filomena Sarcuni daadwerkelijk een afstammeling. Genoeg magisch toeval voor Cnop om hier een mooi gevolg aan te geven. Ze contacteerde Bart Vandewege om met zijn ensemble de vocale kant van het project in te vullen en liet Sarcuni zelf de tweede vioolpartij op zich nemen. De première vond plaats in 2021 in de Sint Pieters-en-Pauluskerk te Mechelen, thuisbasis van le Pavillon de Musique zelf.
Het was een periode waar tijdens Napels onder Spaans bewind stond. Muziek was op zo goed als alle sacrale plaatsen te horen, in dit geval meer dan 500 kloosters, kerken en kapellen. Componisten als Porpora, Scarlatti en Pergolesi waren de topcomponisten die uit het muziekcentrum Napels voortkwamen. Als kapelmeester was Sarcuni verantwoordelijk voor de muzikale opleiding van de koorjongens en componeerde hij werk speciaal voor hen. Dat werk bleef bewaard in de bibliotheek van het Oratoria di Napoli. Zevenentwintig manuscripten waar Cnop en de haren zich konden over verkneukelen tijdens het repeteren. Ook in andere Europese bibliotheken doken werken op, waaronder vier anonieme werken die na vergelijking duidelijk zijn signatuur droegen. Veertig werken werden het dus in totaal. Allen van hoge kwaliteit en typisch voor de Napolitaanse stijl. Geen portret of gezicht, maar klank in overvloed.
De keuze viel op onder andere zijn twee responsorieën voor de Goede Week. Werken die de luisteraar van het eerste moment meeslepen. Ze zijn harmonisch van vorm, maar bijna uitbundig optimistisch klinkend. Dit is oude muziek waar je blij van wordt, drama dat op verheugende wijze wordt neergezet. De letterlijke zonnestraal bij de ochtendkoffie. Oplevend en verkwikkend. Daarnaast De Missa in re groot die werd teruggevonden in de abdij van Kremsmünster te Oostenrijk. Hier reconstrueerde Vandewege de altpartij zodat deze typisch Napolitaanse muziek kon herleven.
Sarcuni schreef enkel religieuze muziek op een moment dat in Napoli de opera begon op te leven. Mogelijk bleef hij daardoor zolang onterecht in de schaduw.
Het album met het werk van Giacomo Sarcuni, hier voor het eerst naar buiten gebracht door twee ensembles van muzikanten en onderzoekers. Een duik in de geschiedenis die iedere melomaan met zelfrespect zich niet mag ontzeggen.
Etcetera KTC 1763 – http://www.outhere-music.com – http://Lepavillondemusique.be