Hoeveel prachtige barokparels zouden er nog schuilen achter componistennamen die nauwelijks bekend zijn? Dat vroegen we ons onmiddellijk af bij het afspelen van dit prachtige album vol muziek van Jean-Marie Leclair, een uitgave van Naxos.
Leclair werd in 1697 geboren te Lyon als zoon van een kantmaker. Het lijkt wel iets dat men in de muziek lijkt te horen. Zoveel fijne ornamentjes, maar licht, wit helder. De jongeman bleek in de wieg gelegd om violist te worden, al zou hij later ook behoorlijk wat werk voor fluit componeren. Hij bracht verbazingwekkende concerten aan het Concert Spirituel, waardoor hij al snel in dienst kon treden van koning Louis XV als artistiek directeur van zijn Kapel. Als dankbaarheid droeg hij zijn derde boek met sonates aan de koning op, het boek dat u op dit album te horen krijgt. Toch, een dispuut met een collega, Jean-Piette Guignon, leidde tot zijn ontslag, waarna hij naar de Nederlanden zou trekken, om er te werken voor de prinses van Oranje. Hij zou terugkeren naar Parijs om er voor de Graaf van Gramont te werken. Zijn leven kwam abrupt ten einde toen hij werd vermoord in 1764, vermoedelijk door zijn eigen neef, al werd zijn tweede ex-vrouw ook verdacht.
Zijn stijl is zo conservatief als ze uitdagend is. Binnen het strakke barokkader, zocht hij steeds naar uitdagingen voor zichzelf als componist en voor de violisten die de eerste stemmen van zijn muziek dienden uit te voeren. Iedere sonate is een unicum op zich. Hij combineert de Franse finesse met de Italiaanse lyriek en virtuositeit, als een soort van pointe. Men kan niet echt een vaste manier van werken aan zijn persoon koppelen, en toch kan men een werk van zijn hand herkennen. De vioollijnen klinken ook voor de luisteraar uitdagend, de bassen volgen melodieus en standvastig. In latere composities verwerkte hij rustpunten, die net voor een zekere energie zorgen. Eigenlijk typisch voor de dansen waarop de vele barokcomposities werden gebaseerd. Het speelse krijgt nog een hogere dimensie doordat de baslijnen vermoedelijk oorspronkelijk voor viola da gamba werden geschreven in combinatie met klavecimbel. Op deze opname werd gekozen voor viool, cello en klavecimbel (Adrian Butterfield, Sarah McMahon en Silas Wollston.
Hoe iemand de geschiedenis binnentreedt om vervolgens in de mist te belanden… Op dit album hoort u dat dat absoluut geen kwestie is van talent of kwaliteit.
Naxos 8.574351 – http://www.outhere-music.com