Johann Joachim Quantz – herontdek de trots van Frederick II van Pruisen

by Knopskaya

Het wordt heel vaak gezegd; deze of deze componist dient u absoluut te herontdekken. Wel, in het geval van Johann Joachim Quantz (geboren in de buurt van Göttingen 1697 – Potsdam 1773) is dat absoluut niet anders. De leden van het Ensemble Labirinto Armonico voeren er een vurig pleidooi voor. Terecht, het is muziek die je aanspreekt vanaf het eerste moment dat je hun CD begint te beluisteren. Hun enthousiasme is hoorbaar in iedere noot.

Het moet in zijn tijd nogal een straffe gast geweest zijn, gezien Frederick II van Pruisen, gekend voor zijn fijnzinnige muzieksmaak, hem verkoos boven zijn collega Carl Philipp Emmanuel Bach. En laat ons eerlijk wezen, deze laatste is ook niet de minste. Het zijn vooral zijn fluitconcerto’s die zijn onafhankelijk artistiek karakter mooi schetsen. Een aantal jaren geleden werden ze herontdekt door een aantal jonge uitvoerders met gezonde nieuwsgierigheid en openheid. Zijn muziek wordt weleens weggezet als “Vivaldisch”, waar bij deze opnames wordt bewezen dat dit slechts in fracties zo is. De vorm is gewoonweg typisch voor alle concerto’s van die periode. Zoals het meestal gaat, komen zulke beweringen uit de hoek van de mening van een enkele musicoloog of recensent. In dies geval ging het om de Engelse musicoloog Charles Burney. Toen Burney Pruisen bezocht, was CPE Bach al vertrokken naar Hamburg en bleef Quantz over. Hij was toen al 76 jaar oud, schreef allang niet meer voor de koning, maar liet een repertoire van 300 composities achter. Frederick II zou ze allemaal vanbuiten gekend hebben en laten opvoeren hebben tijdens de avondlijke concerten op kasteel Sans-Souci. Burney was echter niet echt dol op de vorst en de manier waarop hij zijn hof muzikaal leidde. Hij vond het ook niet kunnen dat CPE Bach zo stiefmoederlijk werd behandeld – hij was een grote fan. Het verwijt dat zijn concerto’s oud van stijl waren was dus eigenlijk een subjectieve uitspraak van Burney. Het was hoogst uitzonderlijk dat een componist zich op dat moment in Duitsland de Italiaanse stijl kon toe-eigenen op zulke originele en persoonlijke manier.

Hij schreef niet enkel voor de koning van Pruisen. Hij was ook actief in de muziekscene rond Dresden dat op dat moment de belangrijkste buitenpost was van Italiaanse muziek. Hij was er ook actief als hoboïst. Zijn favoriete instrument was echter de traverso. De fluit zou steeds zijn passie zijn binnen het componeren. Hij zou ook een tijd in Engeland verblijven, waar hij Händel zou ontmoeten. Het waren de jaren in Dresden, nog voor hij in Potsdam aan het hof kwam, waar tijdens hij zijn trio sonates zou schrijven. Opgewekte, jeugdige werken, die u hier alle zes te beluisteren krijgt. Het ontwaken van een groot componist. Er zouden er voor minder jaloers zijn…

Dynamic CDS7957 – http://www.outhere-music.com

 

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord