Josquin Deprez in Halloweenmood

Josquin - The undead

by Knopskaya

Josquin Deprez moet zowat de meest gecoverde artiest geweest zijn ook, al leefde hij 500 jaar geleden. Het eerste Belgische groot commerciële succes, dat minstens evenveel bewerkingen heeft gekend dan het jaren geleden is. Wanneer men de originele partituren , toen uitgegeven door Thomas  Susato te Antwerpen, echter bekijkt, kan men een zeer grote affectie met de dood, melancholie en verval vaststellen. Wat er nog meer bijzonder is dat binnen de uitgaven van Susato naast zijn eigen lamentatie voor Johannes van Ockeghem, ook drie lamentaties terug te vinden zijn over Deprez’ eigen dood, door Gomber, Vinders en Alpenzeller (terug te vinden op dit album).

Polyfoon experiment
Wanneer men het verloop van Deprez’ muzikale leven bekijkt, kan men tijdens zijn vroege periode een groot repetitief karakter – zijn voornaamste handtekening – terugvinden binnen het repertoire, herhalingen die mekaar verheffen en aanvullen. Tijdens zijn latere periode werd zijn werk meer gefocust, eenvoudiger en melancholischer. Alsof hij wist dat zijn dood naderde. Hij doorspekte zijn composities met Franse poëzie. Men dient hieraan wel toe te voegen dat de collectie van Susato niet helemaal geordend was, waardoor het misschien door zijn toedoen is dat alle lamentaties en klaagpoëzie bij mekaar is terecht gekomen, waardoor het op een bepaald punt de collectie ging overheersen. Het is ook zo dat niet alle liederen gebaseerd zijn op persoonlijk verdriet. Zo is Petitite Camusette een soort dodendans, gebaseerd op een volkse melodie die verwijst naar het schilderij van Albrecht Dürer. Hiermee krijgen we een volkse inkijk op het leven van toen. Andere melodieën zijn dan weer afwijkend in metrum, alsof Deprez zelf doodging van liefdesverdriet en zo aan het experimenteren sloeg. Pour Souhaiter is dan weer een lied met sarcastisch komisch karakter, waarin gedroomd wordt over een perfect leven. Wanneer dan toch de toonaard van de klaagzang zich volledig vertaalt in het eindeloze verdriet van pure wezens als nimfen is het renaissancegevoel compleet.

toch mag gezegd worden dat het niet zeker is of Deprez zo opgezet zou zijn met de bewerkingen van zijn muziek. Hij zou volgens overleveringen uit 1562 te Cambrai zelf het koor binnengewandeld zijn terwijl er ornamenten aan zijn gezangen werden toegevoegd: “Jij onnozelaar, had ik daarbij ornamenten gewild, ik had ze zelf wel gecomponeerd.”

Graindelavoix heeft beslist deze anekdote enkel als grappige kanttekening te gebruiken in plaats van absolute waarheid en levert hiermee een product af van formaat, bijzonder geschikt voor deze tijd van het jaar trouwens. Gezond verstand en plezier kleuren de opname met de geest van toen.

GCD P32117 http://www.outhere-music.com

 

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord