Een protestante domineeszoon die muziek componeert voor de katholieke eredienst? Dat was het speciale gegeven dat gaande was in het zeventiende eeuwse Pools-Saxische Dresden. Nog niet zo heel lang nadat katholieken en protestanten mekaar naar het leven stonden, wanneer men er goed over nadenkt. Dit maakt de muziek van Johann David Heinichen (1683-1729) uniek.
Heinichen groeide op in een kleine dorpsgemeenschap buiten Leipzig, waar zijn talent zich reeds op jonge leeftijd zou manifesteren. Zijn vader, die zelf leerling was geweest aan de befaamde Thomasschule, zond er zijn zoon heen om bij de besten te studeren. Heinichen zou zijn studies vervolledigen aan de universiteit van Leipzig, waar hij naast rechten zich zou bekommeren om de muzikale projecten; de jaarlijkse opera, de Kerst- en Paasopvoeringen…
Venetië
Leipzig was allang voor Bach een centrum van muziekeducatie. Het was dan ook een must om er te kunnen werken. Heinichen solliciteerde voor de opvolging van Georg Philipp Telemann als dirigent en directeur aan de Nieuwe Kerk, maar slaagde er niet in de positie te bekleden. Hij zou echter geen tijd verliezen en begon opera’s te componeren. Een adelijke uitnodiging bracht hem in Venetië, waar hij cantates zou schrijven en twee opera’s succesvol zou laten uitvoeren. Hij zou zich er in een zeer goede aristocratische entourage bevonden hebben. Zo trok hij de aandacht van Frederick de Tweede van Saxen en koning August II van Polen. Niet veel later zou hij aan het Poolse hof aan de slag gaan, waar hij zich vooral zou bekommeren over de opera-uitvoeringen. Het was een ruzie tussen twee Italiaanse castraten in Heinichens entourage, die de koning liet beslissen te stoppen met Italiaanse opera in Dresden.
Flexibiliteit
De componist moest dringend herbronnen. De kerk was de enige optie die er nog bleef. Schmidt was in de protestantse kerk aan zet en Pisendel verzorgde er de instrumentatie. Hij besloot zijn zinnen te zetten op de katholieke traditie. Mogelijk was dit al eerder een van zijn plannen geweest. Eerder bekeerde August I zich tot het katholicisme om koning van Polen te kunnen worden. Meer nog, er kwamen een aantal machtswissels, waarbij het van belang was dat men zich bekeerde. Teveel op op te noemen eigenlijk. Het kwam er gewoon op neer dat muziek in dienst van de heerser diende geschreven te worden, dat operahuizen hun doel hierdoor vaak moesten wisselen en dat katholiek worden of schrijven nu eenmaal voordeliger uitkwam.
Het waren vooral de Jezuïeten die het voor het zeggen kregen in Dresden. Voor het feest van Sint Francis Xaver van Dresden diende er dus ook vespers geschreven te worden. De vespers die Heinichen tussen 1721 en 1724 schreef, zijn te horen op deze opname. Het is levendige muziek, figuratief uitgevoerd, uit een tijd waarin rijke tradities werden geschapen. En toch heel eigenzinnig, een beetje als bij de duivel te biechten gaan hoewel alles zeer “katholiek” is. Dit maakt van Heinichen dan ook een van de meest flexibele componisten van zijn tijd. De teksten zijn traditioneel Jezuïtisch. Mooie stemmen, stuwend sterke instrumentatie.
Een ontdekking die u zeker niet mag laten liggen, uiterst geschikt voor deze Passietijd.
Uitgevoerd door het Ensemble Polyharmonique, het Wroklaw Baroque Orchestra o.l.v. Jaroslaw Thiel.
Accent ACC24381 – http://www.outhere-music.com