Een tijdje geleden kregen we het album van de jonge energieke Maltese pianiste Charlene Farrugia in de bus, een mooie hommage aan de Armeense componist Aram Kachaturyan. Ditmaal speelt ze een thuismatch en zet samen met klarinettist Dimitri Ashkenazy, violiste Rebecca Raimondi en cellist Stefan Kropfitsch een hedendaagse componist in de kijker die door zijn studies nauw verbonden is met haar thuisland.
Karl Fiorini (geb. 1979) is een Europees wereldburger. Hij studeerde in Malta, vooraleer naar de Londense Guildhall School of Musica and drama te trekken. Toch gelooft hij heel erg in wortels als ankerpunten. Een goede componist moet de geest van zijn tijd kunnen weergeven, maar eveneens de basis blijven respecteren. Hijzelf vindt die bij Chopin en Beethoven. Wanneer poëzie hem inspireert, moet dat geen poëzie van eigen bodem zijn, maar heeft hij een zwak voor het woord dat de roots van de schrijver reflecteert.
Zijn stijl kan als eclectisch beschreven worden, als de borstelstreken van een abstract schilderij vol warme kleuren. Spanningsvelden worden afgewisseld met contradicties. Het is muziek die vragen oproept, logische vragen van onze tijd waar we niet eerder bij stilstonden. Hij ziet muziek niet als betekenisvol op zich, maar als een taal die de componist kan aanwenden om een context te illustreren. Hij zoekt daarbij niet naar het tonale of atonale en wil zich al zeker niet aansluiten bij een stijl als neo-klassiek of avant-garde. Het is zijn persoonlijke boodschap. Of dat non conformisme is moet de luisteraar trouwens ook zelf uitmaken. Het is ook niet omdat men non conformistisch is dat men juist is of omgekeerd. Zijn muziek is ook niet schreeuwerig of agressief, het is zijn eigen klank.
Daarom klinkt het album ook zo verrassend eclectisch mooi. De gedachte achter het geheel is oprecht. Als een bloementuin waar ook takken door waaien en waarin mensen wandelen en confrontatie aangaan. De mens die de wereld aanschouwt met alle aspecten.
Met zijn Trio Lamina uit 2002 voor piano, clarinet en viool was hij vooral op zoek naar nieuwe vormen van harmonie en vindt zijn roots bij het werk van Bela Bartók, met verwijzingen naar Mussorgski. Het zou de moderne versie kunnen genoemd worden van een Hongaarse nocturne, met Slavische cadensen die van snel naar traag en terug gaan..
Zijn twee piano studies – Les Âmes effleurées uit 2007 en Reflets flous (2800) – laten u reeds terecht vermoeden dat er een link is met de muziek van Frédéric Chopin, zijn tweede ballade in het bijzonder. In het woord flou kunt u een verwijzing naar Debussy’s impressionisme horen. We zouden het nu heel mathematisch kunnen uitleggen, maar in mensentaal hoort u tijdens de eerste studie een expansie naar het magistrale en werkt het tweede werk erg visueel in, als een soort van schilderij met een vijver, of een beekje dat klatert.
U krijgt ook nog cyclisch werk te horen in de traditie van Franz Liszt en wordt getrakteerd op overpeinzingen van Goethe met de compositie In the Midst of things – een titel die zowat de hele lading van het album dekt en toepasselijk terecht op de cover prijkt. Voor het eerst opgenomen – World Première.
Muziek voor de overschouwer, d denker, die natuurlijk binnen sijpelt. Grand Piano 2021 GP880