Men heeft zo van die artiesten “zonder zittend gat”, excusez-le-mot. U weet wel, de mens die tijdens lockdowns niet bij de pakken gaat neerzitten, doorwerkt en er het beste uithaalt. Jawel, Jo Carley and the Old Dry Skulls mogen dan wel vrolijk akelige liedjes zingen vol beenderen en beheksingen. Ze slaagden er voor de tweede keer in om tijdens de lockdown een swingend product de wereld in te sturen, ditmaal zelfs met twaalf volle tracks. Voodoo bones & Vaudeville blues is in totaal het derde album van de band.
En vrolijk, iedere opname is een feestje, want zo verliep ook de hele making-of. Tijdens het hele creatieve proces dat zich ergens in een klein hutje aan de oostkust van Engeland afspeelde, inclusief de opname ter plekke werd dat groene licht afgewacht om in de studio te mogen duiken, om het geheel te mixen en de wereld in te sturen. Het is zo’n beetje het verhaal van het kampvuur met de fles rum, die wanneer ze leeg is opgevuld wordt met een boodschap en de zee in wordt gegooid. Het resultaat is de meest swingende voodooparty, doorspekt met fijne teksten vol nieuwe spookverhalen. Humor is nooit ver weg. Behalve het feit dat u uw lichaam kunt laten meeslepen met de ritmes, is het even fijn om in een hoekje te genieten van alle vervloekte verhalen. Wat je zelf doet, doe je nog altijd beter. Zoveel is bewezen.
Het heeft iets van alle tijden, de retro van de jaren dertig, maar evenzeer de spirit van de betere film over houten schepen uit vervlogen tijden vol zeerovers, vaten vol rum, ronddolende geesten en al wat u kan overkomen wanneer u met hun beenderen durft te rammelen. Om dan nog maar te zwijgen over wat u eens van boord staat te wachten. De ritmes zijn lekker opzwepend, Carleys stem blijft mysterieus met een guitige twist. Toffe diepe basritmes, snerpende snaren en onheilspellende, ratelende percussie jagen een mens door het land van de levende doden.
Geen taboes rond de dood, is het dat niet wat mensen nu net nodig hebben? Uw portie catchy relativering vindt u zonder twijfel hier.