De in Istanbul geboren en in Wenen opgegroeide tenor Ilker Arcayürek is momenteel een van de meeste veelzijdige artiesten binnen het internationale klassieke muziekgebeuren. Het is vooral zijn interpretatie van het Duitstalige liedgenre, waar liefhebbers dat warme gevoel van krijgen waarnaar ze zo erg verlangen, die tot de verbeelding spreekt. Voor wie niet vertrouwd is met het genre, kan er enkel nieuwsgierigheid ontstaan die een nieuwe wereld laat openbloeien.
Het was Schuberts melancholie die Arcayürek bij zijn vorige opname zo mooi wist te grijpen, en door te geven aan de sehnsuchtige luisteraar. Het tempo doet alles, niet te snel en zeker van nuance. Tout naturel wordt een geluid, een gemoed geboren terwijl hij zijn lied zingt.
Ook op dit nieuwe album, laat de tenor zijn fijnzinnigheid zegevieren. Hij koos daarbij voor een mooie, maar liefst bijna twee uur durende collectie van liederen waarvan niemand ooit zou vermoed hebben dat ze zo goed bij mekaar zouden passen. Hij denkt buiten het hokje wat stem en genre betreft. Toch hebben alle liederen een ding gemeen: ze werden gecomponeerd tijdens de periode Oostenrijk-Hongarije. Dit typeert onmiddellijk de samenwerking met de Weense pianiste – en gerenommeerd liedbegeleidster – Fiona Pollak. Twee mensen met twee verschillende achtergronden maken samen muziek. Het typeert ook het Wenen van vandaag, waar zoveel achtergronden samen hun verhaal moeten componeren opdat de samenleving als muziek in de oren zou mogen klinken.
Het duo Arcayürek-Pollak won met dit unieke concept het Internationale Wettbewerb der Liedkunst der Hugo-Wolff-Akademie te Stuttgart, waar bijgevolg ook dit album werd opgenomen
En zo dwaalt Arcayürek als eeuwige Wandergesell door Wenen, door liederen, en brengt hij componisten die hetzelfde gevoel deelden. Het album vangt toepasselijk aan met de Lieder eines fahrenden Gesellen van Gustav Mahler, waarbij lied 1 – Wenn mein Schatz Hochzeit macht de sfeer en grondgedachte mooi voelbaar maakt. Het zachte effect van Arcaryüreks stem en vooral geduld zorgen ervoor dat deze cyclus ook een must is voor een tenor stem. We ontdekken dat ook operette-componist Franz Léhar zijn liefdespijnen in mooie klanken kon omzetten. Die toon wordt aangehouden door Der Mond hat ein Schwere Klag van Hugo Wolff. In de schaduw van de klaagzang van de maan, reist de eenzame wandelaar naar de Balkan en verkent zo het verdere verloop van het Donau-landschap … Een lied over mooie stromen van Franz Liszt, een wiegelied van Ilse Weber, heimwee en dood beschreven door Johannes Brahms.
Allemaal ingrediënten voor de eeuwig in gedachten verzonken wandelaar, die dromend door de gekrochten van zijn gedachten trekt en zo terug naar zijn kindertijd reist en zijn hart laat overstromen met herinneringen waarbij hij tranen van heimwee laat vloeien, mooie pijn lijdt. Pijn om wat was, is en niet mocht zijn. De Wandergesell reist in tijd en ruimte en komt nooit thuis, want het zou de Sehnsucht vernielen. Weemoed is het mooie verlangen met de noodzakelijke barst. En wie niet meer verlangt…
Lieder eines fahrenden Gesellen – Ilker Arcayürek & Fiona Pollak – 8553409 – Avi Music – SWR2
http://www.ilkertenor.com http://www.avi-music.de