Parels van weleer en nu

by Knopskaya

In dit album spiegelt sopraan Jodie Devos zich aan de eveneens Belgisch franstalige coloratuur Marie Cabel (1827-1885) en kijkt daarmee naar de uitdagende rollen die zij vertolkte.

Cabel, geboren als Marie-Josèphe Dreullette te Luik, begon zeer jong te zingen. Ook wanneer ze huwde, bleek ze in goed gezelschap gezien er meerdere zangers in haar schoonfamilie waren.  Zo werd ze zelf verder opgeleid door haar man,  Georges Cabel, van wie ze echter snel scheidde. Iets wat de media uitgebreid haalde.  Ze studeerde verder aan het conservatorium te Parijs en debuteerde er  vanaf 1947. De sopraan begon aan de Opéra Comique met werken van Halévy. Uiteindelijk keerde ze terug naar Brussel, waar ze zong in de Muntschouwburg en van waaruit ze zich professioneel nog vaak naar Parijs verplaatste.

In 1878 werd ze getroffen door een hevige beroerte. Ze overleed in een opvangtehuis voor artiesten.

Tijdens haar verblijf in Lyon viel ze op aan de directeur het Théâtre Lyrique in Parijs. Hij contracteerde haar voor het seizoen 1853-1854. Vanaf dan was ze werkzaam zowel bij het Théâtre Lyrique als de Opéra Comique. Dit betekende het begin van een internationale carrière. Ze trad naast België en Frankrijk, nu ook op in London. Ze ging al snel op in de ene rol na de andere, die ze met glans vertolkte. Een echt fenomeen. Niet alleen was ze technisch van hoog niveau. Haar uitstraling, mooie lichaam en acteertalent zorgden evenzeer voor furore. Ondanks de pers niet altijd even mals voor haar was, bleef ze de grote publiekslieveling.

Zo zong in veel werken van Meyerbeer die daar niet altijd even blij mee was. In zijn dagboeken vindt hij haar stem maar matig. Maar in zijn Le pardon de Ploërmel, vond hij haar weer goed in de hoofdrol . Ze zette even later de standaard voor de rol Philine inMignon van Ambroise Thomas. In februari 1868 begon ze aan haar laatste rol in Aubers Le premier jour de bonheur. Daarna verzorgde ze nog gastoptredens in Frankrijk en België. In 1871 en 1872 was ze voor optredens in Londen, maar haar gezondheid ging achteruit.

In 1877 beëindigde ze haar actieve loopbaan. Ze zou uiteindelijk sterven aan de gevolgen van een beroerte in een opvangtehuis voor artiesten.

Dit jeugdige gevoel, het frisse aan haar verschijning, samen met de grandeur van weleer werden mooi samengebundeld in dit album van alpha classics, waarin Jodie Devos in de huid van Cabel kruipt zonder haar eigen daarbij te verloochenen. Er wordt een tijdsgeest en een gevoel gecreëerd dat nostalgie en melancholie opwekt naar de Belgisch-Franse operawereld van de negentiende eeuw met werken van Meyerbeer, Halévy, Auber, Massé en Ambroise Thomas. Alle componisten die ervoor zorgden dat Cabel haar glorie op het podium kon botvieren. Het heeft wel een beetje glamour.

Een beetje diva, maar vooral vertolkster van pareltjes die niet meer aan de bak komen. Of op zijn minst gezegd, niet genoeg. Samen met Brussels Philharmonic o.l.v. Pierre Bleuse wordt een stukje Belgische trots vanonder het stof gehaald, een charmant exportproduct van weleer. Dit alles door een van de beste stemmen die momenteel aan ons Belgische firmament schittert.

ALPHA877 – http://www.outhere-music.com

 

 

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord