Pianist Peter Vanhove koestert een groot zwak voor de Franse componisten die tijdens het bel-époque en fin-de siècle de salons vulden met romantische klanken. Op zijn nieuwe album staan vooral de ontmoetingen en kruisbestuivingen centraal, het voedende effect van componist-pianisten onderling.
Het waren helemaal geen krachtmetingen, maar mooie vriendschappen en intellectuele uitwisselingen, een hoopvol gegeven. Dat wordt in het pianospel van Vanhove mooi geïllustreerd, als een natuurlijk gegeven, pianisten onderling, over de grenzen van de dood heen. De dubbele CD staat vol sentimentele stemmingsmuziek. Speelse melodieën en mooie romantische sfeerbeelden.
Spilfiguur van het geheel is Charles Gounod (1818-1893), die we eigenlijk vooral kennen door zijn religieuze muziek. Toch heeft de man flink gereisd -o.a. naar Engeland – en schuimde hij de salons af. Gekende componisten die hij er ontmoette waren Frédéric Chopin en cultfiguur Franz Liszt. Maar ook componisten die vandaag minder gekend zijn, en niet mogen vergeten worden, maakten deel uit van het geheel. Vanhove leert ze ons kennen. Eerst en vooral dompelt hij ons onder in de zes Romances van Charles Gounod himself, om ons vervolgens kennis te laten maken met Charles-Valentin Alkan (1813-1888), een man die rond dezelfde periode als Gounod werd geboren en overleed. Beiden waren student van Joseph-Guillaume Zimmerman, in wiens salon de jonge Alkan de dochter van Zimmerman zou ontmoeten om er mee te huwen. Zimmerman zelf was mentaal mecenas van de jonge pianogenieën van toen, die hij naar believen uitnodigde onder zijn dak.
Gounod liet zich niet enkel voeden door de componist-pianisten die hij ontmoette, zijn werk getuigt van diepe wortels, zo was hij fan van Bach en Palestrina. Het contrapunt werd fijnzinnig eigentijds verwerkt en met de nodige luchtigheid en speelsheid geaccentueerd door Vanhove. Lieflijk. Een stijlbreuk met het toch wel zwaardere Wagneriaanse genre uit die periode. Ook Gabriël Fauré (1845-1924) ging graven in het verleden en verwerkte polyfone elementen. Hij was volgeling van de fameuze école Niedermeyer, voorloper van de Parijse Schola Cantorum waar de Occitaan Déodat de Sévérac (1872-1921) zijn idealen opdeed om een eigen fris en Frans geluid te creëren, waarin hij elementen van Chabrier en Bizet verwerkte.
Zoals Ravel het stelde en Vanhove hem een goede eeuw later bijtreedt: Ik weet wat ik Charles Gounod ben verschuldigd
Pavane ADW 7595 Gounod & Compagnie – Peter Vanhove – http://www.outhere-music.com