U denkt aan opera, verismo, geisha’s en Italië zo’n 100 jaar terug en wil luidop Madama Butterfly roepen? Mis poes, eerst was er Iris, de allereerste creatie van het genre van de hand van die andere wonderboy van dat ogenblik, Pietro Mascagni (1863-1945). Nog steeds wordt hij enkel maar gelinkt aan de Sicialaanse liefdestragedie van Cavalleria Rusticana en met veel geluk aan het noodlottige verhaal van clown Pagliacci.
Sonzogno
Maar toch, er was zoveel meer binnen zijn oeuvre dat het podium zelden of nooit heeft gehaald, maar daarom zeker niet minder waard was. Waar hij eerst een bewonderaar was van Maestro Puccini, werd hij later diens inspiratiebron – al zou Puccini het nooit openbaar toegeven. De Chor und Orchester der Berliner Operngruppe blikte een volledige opvoering van Iris in op een dubbele CD zodat het werk van Mascagni toegankelijker wordt voor het grote publiek. Terecht.
Alles veranderde voor Mascagni toen zijn Cavalleria Rusticana, een opera in 1 acte, de compositieprijs won van Sonzogno en een immens succes werd. Vanaf dat moment kende hij de financiële vrijheid om zichzelf verder te ontplooien. Hij zag zichzelf niet meteen als een verismo-componist en wilde vooral zijn eigen identiteit behouden binnen zijn werk. Iets wat we in Iris (1898) trouwens heel mooi opnieuw horen. De speelse accenten en de mooie koorpartijen zijn hem onmiddellijk toe te schrijven, indien men zijn twee succesopvoeringen kent of reeds aandachtig beluisterde. Hij kende ook een zekere muzikale bescheidenheid die hem dichter bij de kamermuziek brengt. Met een minimumbezetting wist hij een maximaal resultaat te bereiken.
Identiteit
Het fijne van zijn bekendheid was dat zijn eerste opera, die nooit was gepubliceerd of opgevoerd, plots ook aandacht kreeg. Guglielmo Ratcliff ging in 1895 in première in de Scala van Milaan. Toch bleef men hem sturen om meer werk in de Cavalleria stijl te schrijven, en liefst langere opvoeringen. Puccini had op dat moment enorm succes met Manon Lescaut, en de verwachtingen lagen hoog. Toch bleef Mascagni zijn eigen pad volgen. Hij zou in totaal 12 opera’s schrijven, waaronder deze Iris. Hij zou erkenning krijgen van Mussolini (ondanks hij geen enkele politieke bijbedoeling had) …
Het was Librettist Luigi Illica die Mascagni het idee gaf om een semi-exotisch verhaal te scheppen. Hij nam daarbij een voorbeeld aan La princesse Jaune uit 1872 van Camille Saint-Saëns en Madame Chrysanthème uit 1893 van André Messager. Samen gingen de mannen minutieus aan het werk en creëerden het verhaal op basis van echte benamingen, instrumenten en zelfs van een authentiek poppenspel. Dat het hoofdpersonage Iris heet, heeft dus absoluut niets te maken met een beperkte kennis van het onderwerp. Het verwijst naar de natuurlijke schoonheid van de dame in kwestie, afkomstig van het Italiaanse iride.
Puccini zou zich laag dunkend uitlaten over Iris. Maar ach, vijf jaar later was daar per toeval Madama Butterfly…
Een pareltje in een mooi doosje om te ontdekken. OEHMS Classics OC 991 (dubbele CD)