Laat ons toegeven, het Requiem van Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) is een van die muziekstukken die leek en melomaan verbinden in hun verwondering over het mysterie achter componist en compositie. Fictie en werkelijkheid nemen het vaak tegen mekaar op, waardoor het stuk iets filmisch heeft gekregen. Het hoort thuis in het rijtje algemene geschiedkundige verwonderingen, naast de tombe van Toetanchamon en het wrak van de Titanic.
En soms, dan vergeet men de muziek zelf, in haar puurste essentie. En net dat is het wat de leden van het RusQuartet perfect hadden begrepen tijdens de opname van hun album, uitgebracht bij ons Belgische label, Etcétera Records. Zij laten de luisteraar kennismaken met het Requiem in d min KV 626 binnen een minimale bezetting, maar met maximaal effect.
Oorspronkelijk werd het werk geschreven voor 4 solo zangstemmen, koor en orkest. Later werden er meerdere transcripties voor andere bezettingen gemaakt, o.a. Franz Liszt maakte er een voor piano. Op dit album hoort u de versie voor strijkkwartet en less blijkt absolutely more te zijn. Het drama tijdens het Lacrimosa, de algemene geest die over de gehele compositie hangt, het mysterie, de grootsheid en de mystiek, alles is aanwezig, en dit vanuit een ensemble dat het werk tot in zijn ziel heeft ontleed en begrepen.
Het was dan ook een logische zet om als tweede compositie te kiezen voor het Grande Sestetto Concertante KV364 in E min voor 2 violen, 2 altviolen en een eerste en tweede cello, een anonieme bewerking uit 1779. Oorspronkelijk werd het geschreven voor 1 viool, 1 altviool, strijkorkest, 2 hobo’s en twee hoorns. Mozart raakte tijdens zijn verblijf in Parijs bijzonder geïnteresseerd in het genre van het sinfonia concertante, een mix tussen concerto en symfonie waarbij soms tot 7 solo-instrumenten werden gecombineerd. Het schiep voor hem de mogelijkheid om snaarinstrumenten in kleine haast sologroepjes met mekaar te laten dialogeren. Dit werk zou tijdens zijn leven nooit opgevoerd worden, gezien hij het luttele maanden voor hij stierf componeerde. De eerste publicatie volgde pas in 1802, en de bewerking voor strijksextet zoals u ze hier hoort zes jaar later.
Dit maakt dat het Rusquartet bewust kiest voor pareltjes van bewerkingen waardoor u het volle karakter achter grote stukken kunt leren kennen, en dit binnen een kamermuzieksetting. Dit maakt deze versies hun tijd met een periode vooruit.
Requiem – Rusquartet – Etcétera Records – KTC1643
http://www.etcetera-records.com
http://www.rusquartet.com