Sprookjes bestaan – de houten prins

by Knopskaya

De houten prins (Hongaars: A fából faragott királyfi), opus 13, Sz. 60, is een eenakter pantomime ballet gecomponeerd door Béla Bartók in 1914-1916 (georkestreerd 1916-1917) naar een scenario van Béla Balázs. Het werd voor het eerst uitgevoerd in de Opera van Boedapest op 12 mei 1917 onder leiding van dirigent Egisto Tango.

De houten prins heeft nooit de faam van Bartóks andere ballet, The Miraculous Mandarin (1926), bereikt, maar het was genoeg succes bij de première om het operahuis ertoe aan te zetten Bartóks opera, Bluebeard’s Castle (die sinds 1911 niet meer was uitgevoerd) in het volgende jaar op te voeren. Net als Bluebeard gebruikt The Wooden Prince een enorm orkest (het bevat zelfs saxofoons), hoewel de criticus Paul Griffiths gelooft dat het klinkt als een eerder werk in stijl (Griffiths p. 71). De muziek toont de invloed van Debussy en Richard Strauss, evenals Wagner (de inleiding echoot de prelude van Das Rheingold). Bartók gebruikte een scenario van de dichter Béla Balázs, dat in 1912 in het invloedrijke literaire tijdschrift Nyugat was verschenen. (Bron Wikipedia)

Het verhaal neemt ons mee naar een sprookjeswereld. Een prins wordt verliefd op een prinses, maar wordt tegengehouden om haar te bereiken door een fee die een bos en een beek tegen hem aan laat stijgen. Om de aandacht van de prinses te trekken, hangt de prins zijn mantel aan een staf en bevestigt er een kroon en lokken van zijn haar aan. De prinses ziet deze “houten prins” en komt ermee dansen. De fee brengt de houten prins tot leven en daar gaat de prinses mee weg in plaats van de echte prins, die in wanhoop vervalt. De fee krijgt medelijden met hem als hij slaapt, kleedt hem in pracht en praal en reduceert de houten prins weer tot levenloosheid. De prinses keert terug en wordt uiteindelijk verenigd met de menselijke prins.

Dirigent Cristian Măcelaru weet de luisteraar diep mee te trekken binnen het verhaal. Hij gebruikt een soort van melancholie die de muziek overheerst wanneer de prinses toenadering zoekt. Men voelt een soort van mededogen. De prinses voelt de zorgen van de prins. Men voelt het samenvloeien van de gevoelens en hierdoor weten de uitvoerders een mooi verhaal neer te zetten. Men wordt helemaal meegesleurd in een atmosfeer van fantasie waaraan men zich als “groot kind” gerust over mag leveren. Het is bijzonder uitbeeldende muziek, waardoor men in zijn fantasie ook meteen vanalles voor ogen krijgt, kleurrijk ook. De cadenzen nemen je mee in de typische Bartók-beleving.

Een sprookje voor grote mensen dat een beetje letterlijk laat denken aan een houten poppentheater, het gevoel dat men nostalgisch krijgt wanneer men terugdenkt aan de tijd van de mooie animatiefilms doorspekt met klassieke muziek uit het vroegere Oost-Europa. Men blijft na het beluisteren achter met een gevuld kinderhart.

Linn records CKD 714 – http://www.outhere-music.com

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord