Zigeunerweisen: van mysterie naar verbeelding, lach, traan… het leven

by Knopskaya

Is het niet steeds zo dat datgene dat we  niet kennen, datgene waar men ons voor waarschuwt uit naïviteit of onkunde, dat datgene ons net gaat prikkelen om het op te zoeken. Wel, dat is het verhaal achter de grote passie voor Hongaarse muziek met zigeunerinvloeden uit de negentiende eeuw.

Componisten stelden zich de vraag wat de verhouding was tussen muziek van Hongaarse afkomst  tegenover de volksmuziek van de Roma, een cultuur die door de meesten als een mysterie werd beschouwd omdat ze ooit vanuit het oosten de Balkan kwam binnen gereisd. Maar toch, ze werd er ondanks de grote verschillen een onderdeel van de dagelijkse couleur locale. Het ruwe, natuurlijke trok aan. Wat men eerst als vreemd en zelfs te mijden bekeek, werd plots de bron van vele fantasieën. Componisten als Béla Bartók en Franz Liszt bestudeerden het fenomeen en deelden hun bevindingen mee in diverse publicaties.

Het mysterie dat ons aantrekt in deze muziek, die stilaan een trend werd onder componisten, wordt op het album Zigeunerweisen van piccolo-speler (bij o.a. Antwerp Symphony Orchestra) Peter Verhoyen, samen met collega’s Ilonka Kolthof, Anke Lauwers en Thomas Fabry muzikaal op ons losgelaten in een speciale bezetting. De strijkerspartijen worden ingeruild voor de piccolo en begeleid door harp – Ann-Sofie Verhoyen – en piano – Stefan De Schepper. Laat het net dat grote verschil in nuances zijn, dat nog meer patronen die aanvankelijk wat begraven lagen naar boven halen. Het lijkt allemaal een beetje als die vogel die over een glooiend landschap vliegt en zijn verhaal vertelt, een exotisch verhaal dat onze  zintuigen prikkelt en ons meeneemt naar een wereld waar we ons momenteel allemaal in willen onderdompelen.

Wat er ook zo fijn aan is, is dat het allemaal een beetje als een live opvoering op ons afkomt, men beleeft deze muziek zo intens – met in het bijzonder de Tzigane uit 1924 van Maurice Ravel, waarvoor u  al werd opgewarmd door de Zigeunersweisen van Pablo de Sarasate uit 1878.  Vittorio Monti neemt u vervolgens mee naar de tranen van de Balkan. De zwaardere pianoklanken, samen met de weemoedige iets tragere inzet van de piccolo die  steeds versnelt, u komt in een palet van gevoelens terecht waar huilen en lachen mekaar zo mooi afwisselen dat ze het ware leven bespiegelen… Johannes Brahms blijft de sfeer zetten  met zijn Hongaarse dansen en dan nog Bartók,en ach, dit is allemaal zo mooi en echt.

Het mag gezegd. Uw recensent kon niet slapen en legde de  schijf om vijf uur ’s ochtends op. Beste muzikanten, u maakte alvast mijn dag. Dit is een aanrader van formaat die niet snel achteraan in uw platenkast mag verdwijnen. De kans bestaat dat de schijf vanzelf zeer mysterieus ergens terug naar voren danst. Hoed af daarvoor.

KTC 1701 – http://www.etcetera-records.com

 

 

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord