Vlaming Bart Rodyns beheerst zowat alles wat toetsen heeft. Hij speelt o.a. klavecimbel, kistorgel, kunstharmonium en is titularis van het Forceville-orgel te Broechem uit 1720. Zo goed als alle instrumenten binnen zijn arsenaal zijn trouwens historische exemplaren. Hij verdiepte zich in een repertoire van de renaissance tot en met onze hedendaagse componisten.
Tonen, registers, noord en zuid
Toch zal men hem eerder oude muziek horen spelen dan hedendaags werk en is het orgelrepertoire van de voorbije vier eeuwen echt wel zijn passie. De Oostkerk van het Nederlandse Middelburg beschikt over een speciaal instrument, een ware mix van kennis uit de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden. Het werd in 1782 opgeleverd door de Vlaamse gebroeders De Rijckere. Het werd aanvankelijk echter afgekeurd. Joachim Reichner uit Den Haag verbeterde de toonregisers. Het werd uiteindelijk in 1783 samen met de Middelburgse stadsorgelmaker Johannes van Overbeek afgewerkt. Tussen 1970 en 1974 werd het gerestaureerd. Het resultaat is een instrument met een Hollands karakter en Vlaamse roots.
Altijd prijs
Het zomerconcert was gratis en perfect afgemeten in tijd – niets dan voordelen. Kijk, zo lok je volk naar een ontdekking die men anders hoogstwaarschijnlijk nooit zou maken. Het werd een brede en gevarieerde kennismaking met de orgelmuziek van de zeventiende eeuw. Zo waren er twee sacrale werken van Johann Sebastian Bach (1685-1750) zoals Nun komm’ der Heiland (BWV659) dat eerder een rustig opbouwende stijl kent, maar dat naar dezelfde contemplatie leidt als het vijfstemmige Wir glauben all’ an einen Gott (BWV740).
Er was ook werk van eigen bodem te horen. Het Ballo del Granduca van de Nederlander Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621) laat ons kennis maken met de oudste muziek dat dit concert te bieden had. Sweelinck was duidelijk als componist-pedagoog onder invloed van de Venetiaanse stijl, wat ook binnen deze compositie te horen was.
Wat is orgelmuziek zonder een deftige toccata om hiermee het bereik en kunnen van zowel orgel als organist te testen en/of te demonstreren? Iedereen kent wel de befaamde toccata van Bach. Rodyns liet ons kennis maken met een toccata van Georg Muffat (1653-1704), student van Jean- Baptiste Lully en later benoemd door de aarstbisschop van Salzburg. Hij eindigde zijn leven als kapelmeester bij de bisschop van Passau.
Henri Purcell (1659-1695) zorgde voor de gevoelige noot. De melodieën kunnen ervaren worden als gezangen afkomstig uit orgelpijpen. Niet verwonderlijk, wanneer men zijn operarepertoire kent. Tenslotte was Johann Pachelbel (1653-1706) aan de beurt met de Ciacona in d, bestaande uit16 variaties binnen 1 thema. Neen, niet de canon in D die iedereen kent, maar een minstens zo veelzijdig werk met minstens zoveel nuances en intensiteiten. Men mag niet vergeten dat Pachelbel één van de belangrijkste componisten was binnen de Lutherse eredienst. Hij schreef niet alleen werken voor orgel, maar ook cantates en ensemblewerken. Hij was onder andere componist aan het hof van Stuttgart. Dus ja, hij was zoveel meer dan dat ene werk dat de massa kent.
Bewustwording
Bart Rodyns nam het publiek mee naar de periode waarbinnen dit orgel werd gebouwd en trakteerde op een mooie waaier aan muziek die vast en zeker gezonde nieuwsgierigheid opwekte bij kenner en leek. Zijn stijl – beheerst als altijd – zorgde voor dat extra rustpunt.
Wedden dat een groot deel van de aanwezigen volgende keer met graagte en ruim van op voorhand een betalend ticket reserveert. Het trauma dat de meesten onder ons opliepen bij de lokale koster tijdens de liturgie zou bij deze wel eens kunnen genezen verklaard zijn.
concert: 9 augustus 2018