Het is nu het tweede jaar op rij dat Jelle Dierckx – Directeur van het Festival van Vlaanderen Kempen – furore maakt door samen met zijn toegewijde team een nieuwe wind doorheen het klassieke muzieklandschap te laten waaien. Muziek is iets dat reeds eeuwenlang mensen bij mekaar brengt, net als poëzie. Het is tijdloos. Het tijdloze element inspireerde Dierckx duidelijk tot het creëren van grensoverschrijdende projecten. Hij flirt daarbij met de drempel tussen hedendaagse en oude muziek.
In de Geelse Sint-Amandskerk werd bijgevolg op 26 september een huwelijk voltrokken tussen een eigentijdse compositie – De tous biens playne – voor marimba van Frank Nuyts, uitgevoerd door de jonge marimbist Jonathan Bonny en de a capella stemmen van de Cappella Pratensis.
Schaam je niet mens te zijn – wees trots!
In je opent zich gewelf na gewelf tot in het oneindige.
Je zal nooit af zijn en zo hoort het ook.
De tous biens playne
Eerste indruk: een oud Franse titel voor een eigentijdse compositie op een oorspronkelijk Angolees instrument dat lang geleden zijn weg naar Europa vond. De basis en achtergrond: een werk van de vijftiende eeuwse Gentse componist Jacob Obrecht. Er wordt niet alleen vlot gewerkt met tijdsoverschrijdend muzikaal materiaal, het wordt op een instrument gebracht dat in die tijd nog niet aan de orde was. Daarnaast worden verschillende tempi in dialoog gebracht. Men kon soms iets bijna gregoriaans horen (desondanks er geen stem bij te pas kwam) en tegen het einde aan zelfs een frisse toccata. Ook waren er periodes van rust en bezinning, die door de vinnigere passages extra tot hun recht kwamen.
Het kerkgebouw beschikt trouwens over een verrassende akoestiek, die de marimba helemaal tot zijn recht lieten komen.
Folk Mass Songs
Dit verhaal begint bij Martin Luther, en het bezwaar dat hij maakte tegen het katholieke dogma. Hij verklaarde dat Christus slechts één maal werd geofferd en suggereerde een aantal veranderingen in de liturgie. Hij probeerde daarin zo dicht mogelijk bij het volk te staan – en zo wordt hij ook herinnerd, als de man die het volk de bijbel in het Duits leerde lezen – en onnodige vereringen zoals het oneindig opsommen van heiligen te schrappen.
Het programma gebracht door de Cappella Pratensis o.l.v. Stratton Bull is gebaseerd op het begin van de periode waarin de liturgische aanpassingen er waren en Luthers Latijnse mis net was gepubliceerd. De Duitse versie volgde later. Tijdens dit programma wordt voorgesteld hoe een mis met Kerstmis rond 1520 te Wittenberg moet geklonken hebben.
In het Formula Missae adviseerde Luther om Duitse kerkhymnes in te voeren. Dit was de reden om in dit programma een polyfoon arrangement van Johann Walter (1496-1570) op te nemen: Gott sei gelobet und gebenedeit. Een andere Duitstalige anonieme hymne waarvan het publiek mocht genieten heette Gelobet Sei Jesu Christ. Het werkte in zoals Luther het had voorzien, want dit was het stuk waarop het publiek vooral terugblikte de dag nadien – ja uw correspondent woont in de barmhartige stede.
En zo werd het punt van het Festival van Vlaanderen bewezen; zorg dat mensen mekaar begrijpen en via een gemeenschappelijke -kwaliteitsvolle – noemer al dan niet bewust aan een tocht beginnen om zichzelf te ontplooien.
Het mooiste stuk werd bewaard tot op het einde, het kerstmotet Preter Rerum seriem – een compositie van Josquin Deprez (1450/55-1521). Deprez was trouwens Luthers favoriete componist. Hemelse stemmen waren het. En Luther, hij was er graag bij geweest.
Meer info: www.musica-divina.be
Bijzondere dank aan Katelijne Boon (Klara) voor de degelijke inleiding.
Foto’s: ©René Luijckx