Het zuivere oor

by Rudy Tambuyser

Elisso Virsaladze, piano

Schumann : Intermezzi opus 4, Davidsbündlertänze opus 6 ; Chopin : Ballades nrs. 2 en 3, Nocturnes opus 27, Walsen

Gehoord : 26 oktober 2018, Conservatorium van Piacenza, Italië

 

Gelukkig is Piacenza niet groot. De enige verwijzing op het wereldwijde web naar dit recital van de Georgische pianiste Elisso Virsaladze was te vinden op de site van haar agent in München. En dit alleen omdat de man zich klaarblijkelijk ooit heeft voorgenomen, de concerten die niet moeten aangekondigd worden wél aan te kondigen – en omgekeerd.

26 oktober, Piacenza, Schumann, Chopin’. Meer stond er niet. Het bleek een in memoriam-recital te zijn voor de drijvende krachten achter een plaatselijke concertvereniging, een echtpaar waarvan de man in minder dan een jaar zijn gestorven echtgenote achterna was gegaan. Mensen aan wie Virsaladze iets te danken had en aan wie ze een mooie herinnering bewaarde. Het recital was gratis… We plozen net op tijd uit waar precies.

Het was een beetje raar, te moeten zoeken naar een concert van iemand voor wie het in een rechtvaardiger wereld zou stormlopen. Misschien speelde de lange rit ook een beetje mee, maar het deed ons een beetje denken aan de laatste jaren van Svjatoslav Richter – overigens een grote bewonderaar van Virsaladze. Hij reed zijn laatste actieve jaren rond in Europa. Waar hij wilde, hield hij halt en meldde aan een plaatselijke muziekinstelling of organisator dat hij vanavond of morgen een recital zou geven. Het internet stond in de kinderschoenen. Wie het nieuws opving, kon de avond van zijn leven hebben. Meestal waren dat rond de 200 luisteraars. Meer dan vrijdagavond bij Virsaladze. Alleen waren zij persoonlijk verwittigd en uitgenodigd.

Het zij ver van mij, u hier te vertellen wat Virsaladze zoal goed of slecht heeft gedaan. Dat ze ‘so oder so gewesen ist’, zoals Fischer-Dieskau smalend zou zeggen. Ze was er, dat is zeker. En ze speelde… ja, hoe eigenlijk? We zouden graag schrijven ‘als een godin’, als ze niet juist zo diep, diep menselijk was.

Op de vraag wat de belangrijkste eigenschap van een goede musicus is, antwoordde Virsaladze ooit : “Je moet eerst en vooral een zuiver oor hebben”. Een vér strekkend, enigszins mysterieus antwoord, waar we nog steeds een hele kluif aan hebben. Maar vrijdag bracht, denk ik, wel iéts aan het licht over wat ze daar precies mee bedoelt. Het belegen, maar met voelbare trots onderhouden zaaltje van het conservatorium herbergt een zeer goede Steinwayvleugel. De manier waarop Virsaladze het instrument en de luisteraar benadert – gul maar ongenadig, groot en toch precies, met een wijsheid die neerkomt op levenslange vertrouwdheid, niettemin onbeperkt creatief in de details – is voor dat zaaltje een beetje te veel en een beetje te machtig.

Schumann is al sinds heugenis de componist bij wie ze het meest thuis is. De koortsachtige afwisseling tussen innige intimiteit en ongeduldige dadendrang is Virsaladze, met haar onwaarschijnlijke startsnelheid en fijnmazige empathie, op het lijf geschreven. Met de Intermezzi opus 4 was het voor ons een kennismaking : gek genoeg zijn deze vroege, abrupt van richting veranderende, inderdaad weinig gespeelde werken ons tot nu ontgaan. Virsaladze legt ze voor met retorische helderheid – alsof je ze na vele jaren terugziet, in plaats van ontdekt. De Davidsbundlertänze, nochtans maar twee opusnummers verder, zijn veel gevorderder : hier toont zich Schumanns expressieve kracht al tot in al haar consequenties. Virsaladze maakt er een les van, in pianospelen én psychologisch inzicht. De ‘Davidsbündler’ zijn de leden van de Davidsbond, Schumanns denkbeeldig verbond tegen de muzikale Filistijnen : de snobs, de poseurs, de dilettanten. Het kwam me voor, dat Virsaladze hier voor de eigen parochie predikte.

Over Chopin zei Virsaldze ooit dat ze het ooit bijna onmogelijk vond om Chopin goed te spelen, maar dat ze het later in haar leven ronduit makkelijk was gaan vinden. Of haar Chopin de ultieme Chopin is, is lang niet zeker. Als de ideale uitvoerder de juiste mengeling tussen emotionele expressie en artistocratische distinctie moet vinden, komt Virsaladze nochtans in aanmerking. Alleen is haar aristocratie er geen in de gewoonlijke, maar in een soort auditieve zin van het woord. Wat ze in het openingsstuk van het tweede concertdeel deed met de Tweede Ballade, tartte in die zin de verbeelding – én de fysieke mogelijkheden van een normale bejaarde . De explosie in het middendeel, die wie vertrouwd is met dit stuk uiteraard verwacht, werkte toch volledig authentiek : een deuk in je borstkas – en het zeer ontroerende besef dat er een tijdperk ten einde loopt.

Virsaladze is 76. Als u haar niet kent, drukken we u op het hart haar nog te gaan beluisteren. Er bestaat wel ander, maar geen beter pianospel. En na haar wordt het, echt waar, pas echt lastig zoeken.

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord