Jean-Claude Vanden Eynden en Yannick Van de Velde versus Ravel en Debussy : energie pur sang

by Knopskaya

Het middagconcert in Amuz van 10 december was op z’n minst memorabel te noemen. Naast de prachtige Straight Strung Piano die de concerten al meer dan twee jaar tot hun recht laten komen, leverde Piano’s Maene een tweede instrument. Wie, wat , waar? Twee toppianisten van twee verschillende generaties die mekaar gelijkwaardig tegemoet kwamen. Op het programma twee Franse impressionisten die ergens dezelfde lijn volgden en ergens ook weer tegenover mekaar stonden – Maurice Ravel (1875-1937)en Claude Debussy (1862-1918).

Dat Ravel erg geïnspireerd werd door de Spaanse volksmuziek is niet moeilijk. Zijn moeder was Baskische en hij beschouwt het land en de cultuur als een deel van zijn identiteit. Hij componeerde in 1895 de derde beweging voor orkest – de habanera –  van de Rapsodie Espagnole voor twee piano’s, maar wachtte tot 1908 om de definitieve versie met vier bewegingen te laten publiceren. De versie van de derde beweging voor 2 piano’s maakte hij trouwens al in 1898. Ondanks het stuk vrij snel na publicatie als repertoirestuk werd aanvaard bij het grote publiek, bleef Ravel zelf met een eerder wrang gevoel zitten. De reden? Claude Debussy die in 1903 Estampes componeerde  , waarvan het middendeel, Soirée dans Grenade, eveneens een Spaans thema had. Niet verwonderlijk eigenlijk, het exotisme liet de Franse scène niet los. Ondanks zijn groot respect voor Debussy, voelde Ravel zijn moment gepasseerd. Hij zorgde wel dat de partituur bij publicatie 1895 aangaf als jaar van compositie. Dit om beschuldigingen van plagiaat te voorkomen. En toch zijn er verschillen, die beide pianisten heel mooi illustreerden. De Amerikaanse invloeden bvb. zijn bij Ravel onmiskenbaar aanwezig, soms durft er een tikkeltje jazzachtige sound inkruipen, met knipogen naar Gershwin.  Het naast mekaar plaatsen van beide componisten bewijst net hun eigen identiteit binnen het zelfde muzikale tijdperk.

En toch is er ook een Amerikaanse link met Debussy, eerder onrechtstreeks. Toen hij La Mer componeerde, werd het stuk aanvankelijk niet echt goed aanvaard. Meer nog, zelfs Debussy’s grootste medestanders keurden het af. En toch, het was impressionistisch, symbolisch cyclisch opgesteld en met Japanse toetsen – cfr. het exotisme. Toepasselijk werd het wel gesmaakt aan de andere kant van het kanaal, en zelfs van de oceaan! Het jaar waarop de Rapsodie van Ravel werd gepubliceerd, werd eveneens het jaar van het succes van La Mer, dat uiteindelijk zou uitgroeien tot een van de vaakst opgevoerde orkestwerken. Een goed jaar dus, ondanks alles. Vanden Eynden en Van de Velde wisten beide componisten binnen eenzelfde muzikaal energieveld te vatten en over te brengen. Een totaalbelevenis. En de apotheose moest nog letterlijk duivels goed volgen.

Geen twee moeilijke bevallingen zonder drie. Of wat had u dan gedacht? Het was dus ook Maurice Ravel  die La Valse schreef in 1920. Het lijkt een beetje op een scheppingsverhaal en dat is het ook; de schepping van de Weense Wals. Er borrelt iets op uit de diepte waar geen vinger op te zetten is. Alle harmonie is zoek en het lijkt alsof er een duivel onvoorspelbaar op de dansvloer staat. Men zou kunnen denken dat het het begin is van een walsenketting, zoals An der schönen Blauen Donau van Johann Strauss, de wals aller walsen. Maar toch, het blijkt één grote paradox tussen een geordende dans en een hoop chaos. Het ritme zet het op een loop en het wordt soms zelfs unheimlich. Een zware bevalling dus, die geboorte. Ravel zelf zag er echter wel beweging in. Hij was een bewonderaar van Strauss en  van het les Ballets Russes. Zo kwam hij tijdens de realisatie van Daphnis et Chloë in contact met Sergei  Diaghilev, de man achter het ballet. Er ontstond een vriendschap. Toch (volgens de getuigenis van Francis Poulenc) zou er een einde komen aan hun contact, nadat Ravel de pianoreductie voorstelde van zijn wals, die volgens Diaghilev ondansbaar zou zijn. Toch zou het stuk als grote instrumentale klassieker de geschiedenis ingaan.

De Middagconcerten van Antwerpen gaan wekelijks door op vrijdagmiddag in Amuz.

Op vrijdag 17 december staat alles in het teken van het klarinetkwintet en hoort u Roeland Hendrikx aan de klarinet, violist Nicolas Dupont, altviolist Sanders Geerts en cellist Sébastien Walnier. Zij brengen composities van Mozart, Crusell, Respighi en Koka.

 

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord