Kamermuziek met Opera-allures

by Frans Baeyens

Soms zijn er zo van die concerten, waartoe je nieuwsgierigheid je dwingt om ze mee te maken. Misschien ga je dan geen grandioze muziek beluisteren, maar ze geven je een blik in een repertoire dat je eigenlijk nooit tegenkomt in het reguliere concertaanbod.
Het concert in de reeks Middagconcerten van Brussel van 2 maart was er zo eentje:  kamermuziek met een operakleedje.
Gianluigi Caldarola, klarinetsolo van het Luikse Operahuis samen met het strijkkwartet Aïda brachten in het Instrumentenmuseum op de Hofberg van Brussel, muziek van Franz Danzi en een reeks totaal onbekende Italiaanse componisten, die allen Fantasies, Divertimenti en Variaties op aria’s brachten.
Mozart kwam als eerste aan de beurt wiens ‘ La ci darem la mano’, de nodige inspiratie aan Danzi gaf om er een uitgebreide ‘ Fantasia e Aria’ rond te weven, en heel inventief omsprong met het basis materiaal van Mozart. Grotendeels waren het omspelingfiguren die welig tierden, aan mekaar gehouden door akkoordbrekingen en veelvuldige toonladderfiguren.
Voor de rest van het programma  was de inspiratie gepuurd uit drie opera’s:
Un Ballo in maschera’ , ‘Il Trovatore’ en ‘ La Traviata’ van Giuseppe Verdi. Soms was het maar één enkele aria die onder de loep gehouden werd, soms waren het de veelvuldige motieven, die componisten als Luigi Bassi, Donato Lovreglio, Paolo Savoia en Gaetana Labanchi tot de hunne maakten. Het is duidelijk dat deze muziek tot stand kwam onder impuls van klarinetvirtuozen zoals Ernesto Cavallini, die op die manier een graantje trachten mee te pikken van de 19de eeuwse hype rond virtuozen als Paganini, Servais, Chopin, Hasselmans, Vieuxtemps, Thalberg of Liszt.
Deze muziek staat vol van cadenza’s, rubato’s, veelvuldige omspelingen, wervelende toonladders, orgelpunten,fiorituren, ritenuto’s en accellerando’s, zodat je lichtvoetig en soms nagelbijtend kan genieten van het acrobaten werk dat verreist is van de solist om er zonder kleerscheuren door te komen. Gianluigi Caldarola kweet zich met vrolijk gemak van zijn taak, bijgestaan door een erg attentief spelend  Quatuor Aïda, samengesteld uit leden van de Opéra Royal de Liège: musici met een meer dan behoorlijk métier en die gewoon zijn aan al die valkuilen en schietgeweren die zij tegenkomen in de orkestbak als de Italiaanse belcanto opera hoogtij viert.
Je verlaat de concertzaal zoals je dat ook doet bij een circus voorstelling: vrolijk en welgemutst !

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord