Probeert u zich voor te stellen dat bookmakers zo zwaar op de Koningin Elisabeth Wedstrijd zouden inzetten als op het Eurovisie Songfestival. Dan zou dit hét moment zijn voor de gokkers om massaal in paniek te slaan. De reden is simpel, het niveau van deze editie is gewoon fenomenaal hoog. De ene verrassing volgt de andere op. Hak op deze manier maar eens knopen door.
De finalisten die we te zien kregen tijdens de tweede finale avond hadden een aantal overeenkomsten. Beiden konden ze tijdens het opgelegde stuk Fidl opus 99 van Kimmo Hakola de ideale intensiteit vinden in verhouding tot het orkest. Viool werd koning tijdens deze toch wel zeer intense compositie. De pers en de stemmen in de wandelgangen waren het gisteren trouwens wat deze compositie betreft vrijwel eens. Het werk is aangenaam harmonieus, maar er is wel erg veel ingezet op de aanwezigheid van het orkest. Maar men kan het ook anders bekijken. Misschien ligt hier wel de uitdaging en werd deze vandaag prima ingeschat.
De in Korea geboren Amerikaan Stephen Kim (1995) maakte als eerste zijn opwachting. Zoals eerder vermeld zette hij Fidl stevig in. Vooral zijn zelfzekerheid sierde hem. Men zag een jongen met een enorm lief gezicht op het podium komen. Hij voerde de compositie uit met het grootste gemak, en vooral, zonder partituur. Dit is toch wel een sterke prestatie, gezien de korte periode waarover men als finalist beschikt om het opgelegde werk in te studeren. Hij had daarbij veel aandacht voor de hele hoge en fijne noten, waar hij graag extra nuances in verwerkte. Exact die nuances kon men terugvinden tijdens zijn uitvoering van het Concerto in D opus 77 van Johannes Brahms.
Brahms is en blijft een kind van de kamermuziekperiode. Wel, ook Stephen Kim zou dit wel eens kunnen zijn. Ondanks het feit dat dit werk voor viool en orkest werd geschreven, zitten er in de eerste en tweede beweging veel kamermuziekelementen. Kim beschikt over dé perfecte touch om hier de emoties uit te halen, waar componisten in die periode aandacht voor hadden – nostalgie en weemoed, mooie pijn. Hij legde kleine maar bepalende schakeringen in de zachte fijne tonen om daarna een emotionele ontlading teweeg te brengen. Tijdens de derde beweging, die groots aanvoelt, maakte hij zijn cachet als passioneel concertviolist duidelijk. In zijn cv stond trouwens te lezen dat hij in 2014 het Brahms Violin Concerto tijdens het Aspen Music Festival won. Brahms zit duidelijk in zijn bloed.
Alsof dat nog niet genoeg was, kreeg het publiek na de pauze nog een Koreaanse tornado te verwerken, namelijk Ji Won Song (1992). Een tengere, knappe verschijning is ze. Ze lachte vriendelijk bij het betreden van het podium. Het leek wel of ze moest optreden voor haar familie, totaal geen sporen van zenuwen of overdreven stijfheid. Neen, ze was gewoon zichzelf en liet zien hoeveel kracht ze in huis heeft. Ze speelde met krachtige trekken en grootse precisie. Tijdens het Concerto in D opus 47 van Jean Sibelius liet ze zelfs voelen hoe fijn kracht kan zijn. Het klankenpallet dat ze tijdens de opvoering naar voren bracht, was verrassend warm en divers. Het bracht diepgang.
Het werd tijdens deze tweede avond dus nog eens duidelijk. De jury koos oprecht voor échte muzikanten met échte gevoelens. Maar hoe gaan ze gevoel meten? Weet u, soms zouden ze gewoon allemaal moeten kunnen winnen. Droomt u mee?
Foto Stephen Kim: ©Canvas
Foto Ji Won Song: ©Heifetz Channel
Begeleiding: Belgian National Orchestra o.l.v. Hugh Wolff
Meer info: http://www.Canvas.be