Er is de jongste jaren wel al wat te doen geweest rond vrouwelijke componisten uit het verleden. Maar de waarheid moet ook verteld worden; ze worden nog steeds veel te weinig uitgevoerd en zelden standaard in een concert geprogrammeerd. Wat de romantiek betreft is er reeds een revival geweest met veel aandacht voor Clara Schumann en Fanny Mendelssohn. Spijtig genoeg blijft het daar meestal bij. De vrouwen die hen voorgingen, de ware pioniers blijven vaak buiten beeld. Hier wilde het ensemble van barokvioliste Ann Cnop, le Pavillon de Musique verandering in brengen.
In de kerk van Leliëndaal te Mechelen brachten ze in première een heel programma van vergeten en zelfs tot op heden vermoedelijk nooit uitgevoerde parels. Ze lieten zich hiervoor bijstaan door sopraan Jana Pieters die de vocale partijen vol inleving voor zich nam. Het concert opende sfeervol met een sonate voor twee violen en basso continuo van Isabella Leonarda, een Italiaanse componiste die maar liefst 200 werken achterliet.
Vrouwen hadden het tijdens de barok helemaal niet makkelijk om zich vrij voort te bewegen als componist. Meestal werd van hen wel verwacht dat ze een soort van muzikale opleiding zouden genieten, maar ze mochten deze enkel in familiale of intieme kringen beleven. Vrouwen die daarbuiten stapten waren vaak voorwerp van roddel en moesten tegen heel wat bijna onhaalbare vooroordelen opboksen. Toch zijn er enkelen die het deden, en met succes, want hun composities hebben de tand des tijd succesvol doorstaan. Dit met uitzondering van de florerende kunsten aan onze vroege hoven. We duiken zelfs nog even vroeger in de tijd en konden genieten van een gedicht van Margareta van Oostenrijk, getoondicht door Pierre de la Rue. Later, aan het hof van Louis XIV zou Elisabeth Jacquet de eerste vrouwelijke hofcomponist worden. Van haar hoorden we de intense cantate die het tragisch lot van koningsdochter Sémélé bezingt. Verheugend, overgaand naar pure tragedie en wanhoop.
De meest opvallende figuur van allemaal moet toch Mrs Philarmonica geweest zijn, van wie we de echte naam we nooit zullen kennen, noch de reden waarom ze anoniem wenste te blijven. We weten enkel dat ze in London twee bundels van sonates en divertimenti publiceerde rond 1715 en dat haar uitgever haar besloot deze nom de plume te geven, waarmee ze trouwens de geschiedenis zou in gaan. Van haar bracht le Pavillon een sonate voor twee violen, cello en klavecimbel. Bijzonder verfrissende barok die door afwisseling in intensiteit een heel gevoelenspalet weet te stimuleren bij de luisteraar.
De leden van Le Pavillon de Musique hadden er alles aan gedaan om te muziek zo getrouw mogelijk uit te voeren, zelfs wanneer hen dit moeilijk werd gemaakt. Zo werd een ontbrekende baspartij door klavecinist Ben Van Nespen zorgvuldig toegevoegd en werd de Sinfonia van Leonora Duarte op frivole wijze gearrangeerd door Ann Cnop zelf. Muzikant zijn is op deze manier nog steeds een waardevolle ambacht.
Het concert eindigde met de intense Serenata Hor Che Apollo van niemand minder dan Barbara Strozzi, een van de zeldzame Venetiaanse vrouwen die haar werk voor publiek uitgevoerd zag tijdens haar leven. Ze werd dan ook het voorwerp van achterklap. Maar dat heeft niet kunnen beletten dat haar werk over het continent reisde en dat haar naam de geschiedenis zou in gaan.
Een leerrijk en boeiend concert op een oase van een locatie die je even aan de drukke binnenstad laat ontsnappen.