Mechels Kamerorkest met Guido de Neve

Hoe het kloppende hart van Schubert Brahms' violen en orkest voedde

by Knopskaya

Het herfstconcert van het Mechels Kamerorkest o.l.v. Tom  Van den Eynde – eveneens directeur van het Mechelse Conservatorium – was vooral een sfeervol gebeuren, waar vrienden van het orkest een grote rol in speelden. Zo werden voor deze editie violist Guido de Neve en hoboïst Piet van Bockstal uitgenodigd. Wanneer vrienden samenkomen na zoveel maanden van afzondering, kan het resultaat enkel maar warm zijn, met hier en daar zelfs een beetje vuurwerk.

Zoeken
Een mooi en ingetogen begin, met een korte nocturne voor blazers van Felix Mendelssohn.  Mendelssohn was slechts vijftien jaar oud toen hij de compositie schreef. Tijdens de introductie werd even een vergelijking naar Mozart gemaakt. Wel, misschien – en zelfs heel goed mogelijk – was de jonge Mendelssohn wel geïnspireerd door het werk van Mozart, zeker door de rol van de klarinet, hobo en hoorn en de manier waarop ze communiceren tijdens  het levendige en fris klinkende werk. Het waren Mozarts lievelingsinstrumenten.  Iets om op verder te borduren, want het zijn accenten die terugkeren tijdens de Schubert-opvoering – de hobo die in alle zachtheid de inzet van de klarinet naar een hoger niveau weet te leiden.

Voelen
De achtste, unvollendete symfonie van Schubert. Een mysterieus stuk, met donkere dreigingen en hemels mooie haast dansbare passages. Een mens voelt zich bijna een ballerina  in het hoofd wanneer de cello’s het woord nemen. Waarom Franz Schubert het stuk nooit beëindigde, zullen we nooit weten. Eigenlijk diende de symfonie uit vier bewegingen te bestaan in plaats van twee. De meest plausibele verklaring zou kunnen gezocht worden binnen zijn gezondheidsproblematiek, zowel fysiek als mentaal.  Het tweede deel is tenslotte veel minder innemend. Zijn dood was het al zeker niet, gezien er nog werken volgden – al verliep de nummering van zijn werk niet steeds zeer ordentelijk. Straffer nog, in 1823 bood hij het werk aan aan het Steiermärkischen Musikverein. Misschien was hij er zo wel best tevreden mee. Of men er zijn nakende noodlot in voelt? Tuurlijk wel, absoluut zelfs. Toch, het hele leven van de veel te jong gestorven componist was een zoektocht naar de meest pure gevoelens tussen liefde en pijn, zijn persoonlijke Winterreise. Hij deelde zijn Weltschmerz en wist de liefde evenzeer te benadrukken als een frisse en verlangende bloesem. En net dat hebben we gehoord tijdens de opvoering.  Het kloppende hart van Schubert, die zijn ergste strijd levert, overgegeven aan zijn noodlottige inborst die enkel naar pure liefde en schoonheid verlangde. Gefundenes Fressen voor de – al dan niet in schoonheid lijdende – Schubertfans. Het orkest besefte het trouwens ten volle zelf, wat de beleving enkel maar aan kracht kon laten toenemen.

Een weetje voor de leken onder u. De dreigende violen-  en de mooie bloemenervaring kunt u ten volle beleven door een oude tekenfilm van Peyo’s smurfen te bekijken. Schubert ligt dichter in het collectieve geheugen dan u ooit kon vermoeden.

Delen
Kijk, als je dan zo’n vervullende ervaring kunt meenemen naar de volgende compositie, dan kan het toch enkel maar goed zitten. Guido de Neve is naast topmuzikant een integer en goedlachs man, dat merkt men helemaal wanneer hij het podium betreedt. Een fijn aura dat zich overzet op het orkest. Iets wat absolute noodzaak is tijdens het opvoeren van het driedelige vioolconcerto van Johannes Brahms. Een aartsmoeilijk concerto waarbij de rol tussen orkest en violist  mooi werd verdeeld, en waarbij de hobo – Piet Van Bockstal – tijdens het tweede deel eveneens de spotlights deelt. Je moet als solist kunnen geven en nemen, een integere positie in kunnen nemen om samen een groots werk neer te kunnen zetten. Guido de Neve, de juiste man op de juiste plaats. Het derde deel is u waarschijnlijk ook bekend. Zoekt u het maar even op, vioolconcerto in D opus 77. Brahms droeg het in 1878 op  aan zijn dierbare vriend, violist Joseph Joachim. Het derde deel moest een zigeunerrondo worden. Laat dat Brahms zijn grote dada geweest zijn, of tenminste het werk waardoor hij bij het grote publiek bekend werd.

De Neve sloot af met een intiem stukje Bach voor solo viool. Mooi, oprecht.

Mooie linken in de programmering van blazers richting strijkers, gebracht in vriendschap. Nog steeds een recept voor succes.

gezien op 7 november in het TheAtrium – Mechelen

 

 

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord