Foto’s ©Alidoor Dellafaille
Muziek onderbrengen in streng afgebakende genres en en categorieën is eigenlijk een beetje als ongelijkheden tussen mensen proberen vast te stellen. Muziek wordt als een goddelijk gegeven beschouw, zowel door gelovigen als ongelovigen. Dat God de mens naar zijn evenbeeld zou hebben geschapen is dan voor beide partijen een mooi verhaal, het verheft de mens, en ook zijn muziek. Mensen die mekaar aanvullen, en zo ook stijlen. Daar staat Musica Divina iedere jaar opnieuw terug garant voor. De afsluiter was hiervoor het grootste bewijs.
Michel Godard is een legende binnen de jazzwereld, maar intussen ook ver daarbuiten. De multi-instrumentalist is eveneens onderzoeker. Hij begon als tubaspeler en basgitarist, maar toen hij het Serpent ontdekte – vergist u zich niet, het gaat hier niet om een of andere boosaardige vrouw – vond hij zijn ware passie. De voorloper van de tuba werd echt zijn instrument, dat hij intussen ook aan het Parijse conservatorium doceert. Godard is een spiritueel mens, dat voelt men meteen. Hij zoekt en geeft warmte in een lach, in de ontmoeting tussen de klanken die hij harmoniseert samen met zijn muzikanten. Het enige wat er nog ontbreekt op zo’n moment in de lucht is geur, de geur van het hemelse, van de verbondenheid. Want net zoals men in muziek spreekt over noten, akkoorden en harmonieën – we nemen dit even snel uit de prachtige inleidende tekst van Katelijne Boon over – ; doet men dit ook in de wereld van de parfum. En net als muziek is het vluchtig, men dient het moment te savoureren. Een kleine eeuwigheid aan geur.
Michel Godard deed hiervoor beroep op parfumière-geurkunstenares Ursula S. Yeo, die voor elke compositie een geur componeerde, die op doordrenkte doeken zachtjes doorheen het publiek werd gewaaid. Voor de aromatherapiekenners, hing er duidelijk een frisse wind van muskus, munt, citrus, ilang-ilang en mogelijk een tikkeltje lavendel. Een totaalervaring. Ook muzikaal. Godard voelde zich bijzonder in zijn nopjes, want hij ontdekte dat een van de Engeltjes aan het orgel in de Lierse Begijnhofkerk zijn instrument speelde, het serpent. Ontroerend. Zijn entourage was indrukwekkend, niet enkel van naam, maar vooral omwille van de gedeelde integriteit en warmhartige communicatie onderling, eveneens naar het publiek toe.
Mooie warmhartige composities waarbij hij basgitaar en serpent afwisselde. Oude gezangen gevoed door eigen composities, gesteund door de Franse jazz-trompettiste Airelle Besson, gekend van onder andere haar eigen Quartet Radio One en Trio Aïrés. Roberto Ottaviano zorgde voor de latino touch op de sopraansax, en de Argentijnse gitaarlegende – componist Quique Sinesi gaf het publiek dat speciale solo-moment waar je tenen van krullen. De Bosnische zangeres Natasa Mirkovic wordt terecht internationaal geprezen omwille van haar veelzijdigheid. Meeslepende gezangen waarin enkel de taal van de muziek nog van tel was. Op het einde een verrassend fijne compositie, à la folie, een humoristische benadering van Babylonische spraakverwarring. Stuk voor stuk muzikanten die met de grenzen van compositie en improvisatie weten te spelen dat alles er zoveel relaxter en fijner door wordt.
Mooi, warm, liefdevol Lier
Gezien op 3 oktober 2021
Inleiding door Katelijne Boon – Klara
Een reportage van TV Mechelen