Nieuwjaar, nieuwe inzichten – Nieuwjaarsconcert Brussels Chamber Music Society

by Knopskaya

Een prachte ruimte is het, die het echtpaar Blondeel ter beschikking stelde, net achter de Brusselse Katharinakerk en de Vismarkt; licht en toch sfeervol, minimalistisch met klassieke toets. De ruimte ervaren bleek de perfecte voorbode voor de muzikale ervaring die zou volgen.

Het strijkkwartet dat de avond zou opluisteren, was samengesteld uit altviolist Marc Sabbah, violisten Nicolas Dupont en Noé Inui en cellist David Cohen. Cohen en Inui reisden speciaal voor het gebeuren af uit Londen en Berlijn. Het was de eerste keer dat ze als quator samen zouden optreden. Vier jonge muzikanten brachten muziek van drie componisten die niet zoveel jonger waren dan hunzelf op het moment dat ze de composities die tijdens het concert werden opgevoerd schreven. Artistiek Directeur Marc Sabbah maakte een rake keuze – we raken het stilaan gewoon en klagen vooral niet.

Je bent jong en je wil wat

Het concert begon met twee van de twaalf Cypresses voor strijkkwartet van Antonin Dvorák (1841-1904). Wat de Cypresses zo karakteriseert, is dat men de gevoelige kant van de componist leert kennen. De twaalf stukjes werden gebaseerd op achttien volksliedjes. De titels wekken nostalgie op. Zo hoorden we het stuk over de oude brief die tussen een boek werd teruggevonden en over de natuur die rust en droomt. De hoofdmelodie, wordt afwisselend voor de rekening van viool en altviool genomen. Als bisnummer werd er trouwens teruggegrepen naar de Cypresses, wat ook nodig was na een zeer inspannend stuk Debussy.

Debussy was zelf nauwelijks dertig jaar oud toen hij zijn enige strijkkwartet zou schrijven. Het werd een werk in vier bewegingen dat totaal van zijn ander werk verschilde. Het werk is  zeer expressief van aard, zelfs het Andantino. Het heeft een Oosterse toets, die door Sabbah terecht verwees naar Béla Bartók. Het stuk is gejaagder van aard dan men van Debussy gewoon is. De Oosterse arabesken die zo typerend zijn voor Debussy, werden vervangen door Slavische invloeden, geaccentueerd door een pittige afwisseling tussen strijken en pizzicato.

De jonge Mozart keek ook vermoedelijk al naar de toekomst toen hij het strijkkwartet K428/421b schreef. De chromatische aard – men krijgt het valse gevoel dat er een klankbotsing zal volgen, maar toch vloeit alles uiteindelijk samen – van de eerste beweging zou verwijzen naar Haydn’s Opus20 nr 1, terwijl de muziek voor het oor veel dichter bij Brahms aanleunt, die toen nog lang het levenslicht niet zag. Zeker was dat Mozart perfect aanvoelde in welke richting de kamermuziek zou evolueren.

Het was een beetje in de spiegel kijken, voor de vier jonge talentvolle muzikanten. Mede door dit besef was het resultaat bijzonder vervullend.

Een nieuwjaarsconcert moet niet altijd gevuld zijn met hetzelfde muziekje bij hetzelfde zompige toastje. Wanneer alles op zijn plaats is, is het resultaat gewoon lekker – excusez-le-mot.

 

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord