Noem Scarpia nooit een watje! – Première Tosca – Opéra Royal de Wallonie Liège

by Knopskaya

Liefde, macht en dood zijn steeds klassieke thema’s geweest doorheen de geschiedenis, zowel literair als muzikaal. Giacomo Puccini (1858-1924) maakte smachtende liefde tot wapen; liefde waarvoor men tot  een misdaad wil overgaan, samen vluchten en een triest noodlot wenst of riskeert te ondergaan. Bij Tosca is het niet anders. De liefde van  de republikeinse schilder Mario Cavaradossi – die de gevluchte Cesare Angelotti onderdak geeft in de kerk –  voor de furie Fiora Tosca blijkt wederzijds en wordt tijdens de eerste acte bezongen op een ietwat ingetogene manier. Voor velen onder het publiek bleek dit een grote verrassing. De Venezolaanse tenor Aquiles Machado zette vooral een liefdevolle, zachtmoedige Cavaradossi neer.

Er werd tijdens de pauze haast onmiddellijk gespeculeerd over wat of wie een goede Cavaradossi zou moeten zijn en wat maestro Puccini er zelf van zou gevonden hebben. Hetzelfde wat Scarpia betreft trouwens, neergezet door de Italiaan Marco Vratogna, die trouwens vocaal een voltreffer was – hij had een hoog Draculagehalte, macabere klasse. Velen zouden het morbide gemist hebben, tot zelfs de vreemde commentaar toe dat barone Scarpia niet kaal zou mogen zijn. Tijden veranderen nu eenmaal, men speelt geen affiche uit 1911 na en men moet een opera bezoeken om hem te savoureren, te genieten van het moment. Tito Gobbi is allang dood, beste publiek. U kwam naar Luik en kreeg waar voor uw geld, enkel met sterren die zorgvuldig werden gecast en nog bij leven zijn.

Ja, het klopt, Tosca en Cavaradossi verdwenen er lichtelijk door naar de achtergrond. Maar niemand klaagt hierover wanneer een Roberto Alagna een macho-Mario neerzet waartegen een Jonas Kaufmann voor een zachtere incarnatie gaat. Neen, dat is dan allemaal ok. De waarheid is dat de vertolker net als een acteur een beetje zijn personage wordt. En ja, dat was wel voelbaar. Men moet opera voelen, en niet klaar zitten met de zweep.

De decors waren trouwens naast traditioneel – een Luikse garantie en traditie – ingenieus opgebouwd. Vooral het openen van het decor bij het verschijnen van de koren was indrukwekkend. Ook achter de kleuren schuilde een mooie symboliek – imperiaal paars keert meermaals terug. Het heeft ook iets omgekeerd evenredig liturgisch – de man die zich God waant. Scarpia gooit zijn paarse mantel af vooraleer hij zich wil vergrijpen aan Tosca tijdens de tweede acte. God maakte plaats voor pure slechtheid.

Tijdens tweede en derde acte namen de rollen van Fiora Tosca, gezongen door de Argentijnse Virginia Tola en Mario Cavaradossi toe in sterkte. Tola zet een adembenemende aria neer en een prachtige acteerprestatie, Cavaradossi een ingenomen E lucevan le stelle. Tola stond voor haar ultieme sprong haast in vuur.

Beste deskundologen: mocht het publiek gewoon genieten? Als u dan toch zou willen weten wat de maestro zelf ervan zou hebben gevonden, dan zou het zoiets als “niet zeuren” zijn geweest… maar dan niet gericht aan de crew. Of had u misschien liever dansende geraamtes gezien in een soort avant-gardistisch decor? Dat kan best ook morbide zijn hoor.

Een bijzondere felicitatie aan het adres van dirigent Gianluigi Gelmetti. Zelden kan een dirigent het orkest zo mooi in evenwicht houden door overstemming te vermijden zonder aan muzikaliteit in te boeten. Hij weet op welke fijne koord hij danst en doet het met gemak.

Beste gevoelsmens: ga naar Luik en geniet.

Meer informatie over de voltallige crew en extra speeldata:https://www.operaliege.be/en/show/tosca/

Fotorechten: Opera Royal de Wallonie Liège

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord