Foto’s ©Wim Thys
Muziek is vriendschap, en met vrienden maakt men muziek. Zo verging het ook artist in residence van Lunalia, setarspeler Kiya Tabassian en de Senegalese griot en meester koraspeler Ablaye Cissoko. Tabassian, zelf van Perzische afkomst en frontman van het Canadese ensemble Constantinople raakte gefascineerd door de West-Afrikaanse muzikale traditie. Het was trouwens zijn laatste concert binnen deze editie van Lunalia.
Voeden en reizen
Hij vroeg zich vooral af of de klank van zijn eigen instrument verzoenbaar zou zijn met het geluid van de kora. En wat denkt u? Muziek is verzoening. In 2015 ontstond tijdens een reis van Ablaye Cissoko naar Canada, hun eerste project, Jardins Migrateurs. Het vele reizen en toeren samen deed het idee voor Traversées groeien. Dat was het programma dat we tijdens Lunalia op 28 april mochten bekijken en beluisteren in de Mechelse Stadsschouwburg.
Wortels
Wat stal de kora, het instrument van Cissoko toch mooi de aandacht. Naar het publiek toe leek het een grote bol van waaruit een stok naar boven stak. Het sterke geluid, trouwens zeer fijn en virtuoos klinkend, werd duidelijk gemaakt met vingers en snaren. Wanneer we het West-Afrikaanse instrument van nader mochten bekijken, merkten we 21 snaren op, over twee rijen verdeeld. Rond de hals zijn touwen gedraaid waaraan de snaren staan gespannen. Dit symboliseert de menselijke ruggengraat. Over de halve bol staat een rundshuid of geitenhuid gespannen, met langs elke kant een pijpje als houvast, dat het geluid laat ademen en reizen, als in een zachte zucht. Want zo klinkt ook de stem van Cissoko; zacht, lief, vriendelijk. Een uitnodiging tot gemoedelijkheid, met grote glimlach. Deze muziek is zo mystiek als ze zonnig is. Sleutelwoord sfeer tout court. Voilà!
De setar, een peervormig oriëntaals tokkelinstrument dat tweeënhalve octaaf weet te overspannen, kreeg er een broer of zus bij.De twee muzikanten speelden als bomen die naar de zon toegroeiden en waarvan takken zich bovenaan en wortels zich onderaan met mekaar lieten vergroeien om zichzelf te voeden en de andere mee te laten groeien. De contrabas (Leonardo Teruggi) en veelzijdige percussie (Patrick Graham) maakten het geheel naast verhalend ook heel erg ritmisch en opzwepend.
Universeel
Er werd gezongen over mensheid, moederlijk vrouwelijke gastvrijheid. Over alle menselijke zaken zoals veiligheid (wat wanneer een leider vertrekt?) en de twijfels die eruit kunnen voortvloeien. Over rechtvaardigheid en ware ontwikkeling. Zo zien we, tussen het Wolof en het Nederlands, Engels of Frans waren er geen grenzen. Het was de universele taal van de muziek die die avond thema’s aanbracht die ons allen aanbelangen en aldus verbonden.