Zoals de nacht – Wat de duisternis vertelt

by Knopskaya

Een nocturne, wat is dat eigenlijk? Volgens de encyclopedie is het een stuk dat de nacht suggereert. Vooral Chopin liet er ons kennis mee maken, maar ook Liszt, Schumann, enz… Doorgaans kalme en meditatieve stukken.

Maar muziek hoeft de titel nocturne niet te dragen om naar de nacht te verwijzen. Vooral in de romantiek bvb. kon men het mystieke en mysterieuze karakter van de nacht in vele composities en ook andere kunstvormen terugvinden. Neem bvb. Gustav Mahlers Zevende Symfonie waarin hij twee bewegingen Nachtmusik noemt, of Arnold Schönbergs Verklärte Nacht.

De nacht staat symbool voor het verborgene, alles in een waas van geheimzinnigheid en dus vatbaar voor verschillende interpretaties. De tijd lijkt wel even stil te staan, zelfs voor wie nog wakker is. Het tijdsverloop is anders, je wordt anders geprikkeld. Dat is de reden waarom veel kunstenaars die tijd verkiezen om zich te focussen en te creëren. De gedachten zijn vrij. Het zicht is verduisterd, maar het gehoor alert.

Het Franse Franse Quator Van Kuijk nam het publiek tijdens Festival 20 21 mee op een zintuiglijke reis doorheen de nacht van vier componisten.

Hartslag
Er werd aangevangen met een korter werk van Salvatore Sciarrino (geb. 1947) uit 1979. Sciarrino is in vele disciplines van de kunst geïnteresseerd en bouwde zich vooral uit als autodidact. Hij is gefascineerd door klank en experimenteert ook met elektronische muziek. Ai limiti della notte voor altviool is vooral een fragiel stuk. Het is letterlijk dat fijne kantje wanneer de duisternis valt of begint op te klaren. Het licht speelt een spel met het holst van de nacht dat stand wil houden. Het heeft iets fysieks. Men wordt zich bewust van het eigen lichaam tijdens het beluisteren, ademhaling zowel als hartslag. Men hoort haast doorzichtige nevengeluiden, als schimmen. Echo’s. Er wordt vanuit stilte vertrokken. Sommige klanken kunnen ietwat nerveus klinken, maar er wordt steeds weer naar deze stilte terugverwezen.

Schaduw
Henri Dutilleux (1916-2013) schreef zijn Ainsi la nuit tussen 1973 en 1976. De componist werd gevormd volgens de Franse klassieke muziektraditie en vestigde zich in Parijs. Deze compositie is het enige strijkkwartet dat hij ooit zou schrijven. Hij schreef het in opdracht van de Koussevitsky Foundation en ter nagedachtenis van zijn goede vriend Ernest Sussman. De première vond plaats in Washington.

Het stuk dat in totaal twintig minuten duurt, gespreid over zeven bewegingen creëert een mooie spanningsboog. Het duistere van de nacht wordt opgelicht door de klanken alsof een zaklamp de contouren zou zoeken van objecten in het duister. Naarmate wat wordt ontdekt verandert de muziek. Soms een aantal snelle noten, dan weer akkoorden. Hier en daar wordt een houvast gegeven van terugkerende akkoorden. Een letterlijke tocht in het donker. Men mag tasten en wil geboeid verder ontdekken.

Patronen
Béla Bartók (1881-1945) was buitengewoon geïnteresseerd in Hongaarse en Roemeense volksmuziek, die hij verwerkte in zijn eigen muzikale taal. die taal vond zijn klassieke oorsprong in de Frans Liszt-muziekacademie in Boedapest. Door deze traditionele en klassieke elementen te vermengen creëerde hij een heel eigen klank. Hij speelt met het tonale en asymmetrie en wist zich daardoor te onderscheiden van zijn romantische voorgangers.

De componist was geïnteresseerd in de natuur, waar de nacht een bijzonder deel van innam. Hij verwees in de titels van composities meerdere malen naar het fenomeen van de nacht, iets was altijd traag verloopt. Zo horen we dat ook aan het begin van zijn Adagio molto uit Strijkkwartet nr 5 uit 1934. De instrumenten groeien fragiel en langzaam naar mekaar toe, met daartussen een paar andere klanken van de eerste viool. Af en toe scheiden de partijen. Bartók weet hier zowel muzikaal als instrumentaal een aantal finesses te tonen. Op zijn eigen manier, waarbij hij loskomt van de klassieke patronen, weet hij een eigen cohesie op te bouwen. Houvast in de nacht.

Gedaanten
György Ligeti (1923-2006) werd duidelijk geïnspireerd door Bartók tijdens het componeren. Enkel wist hij nog een stapje verder te gaan op expressief gebied vooral. De Métamorphoses Nocturnes, geschreven in 1953-1954, verwijzen duidelijk naar de nachtelijke dromen van zijn voorganger. Vooral in de tegenstellingen, de wisselwerkingen tussen opzwepend en langzaam vinden beide componisten mekaar terug. Dit kwartet zoekt grenzen op, heeft ondanks het nachtelijke karakter stuwende passages en sterke ritmes. De thema’s en melodieën die aan de basis liggen vervormen ook steeds binnen hetzelfde klank DNA. We merken ook contrapunt-elementen op wanneer muziekinstrumenten inzetten en herhalen. Zo ook haalde Bartók de mosterd bij Bach. Alleen gaat Ligeti expressief een stapje verder. Het is zoals Györgi Kurtág het stelde, misschien wel Bartóks zevende strijkkwartet.

Een boeiend concert waarin de luisteraar meer inzicht verschaft werd in de nachtelijke visies van vier componisten. Een mooie toegift door de muzikanten in de vorm van Clair de Lune van Gabriël Fauré.

http://www.festival2021.be

Gezien op 3 oktober 2022, Maria Theresia Aula, Leuven

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord