Componist Rudi Tas over Klankdomein ’23

by Knopskaya

Klankdomein: Als componist heb je vooral binnen de koorwereld een mooie reputatie weten op te bouwen. Toch merken we dat je ook heel wat instrumentale composities op je actief hebt. Hoe zit die verhouding eigenlijk, en stap je even makkelijk over van een vocaal denken naar het instrumentale  of is er toch een voorliefde?

Rudi Tas: Internationale aandacht verwerven met één of meerdere werken komt tot stand door verschillende factoren waarin de componist geen enkel aandeel heeft. Het ontstaat door anderen. In Vlaanderen is men er als de kippen bij om componisten in een hokje te stoppen. Er is weinig interesse voor het volledige beeld van een componist. Door componisten in een domein te plaatsen kan men ze uitsluiten in andere disciplines. Dat op zich is een jammerlijk feit. Bovendien kan je nooit verhinderen wat anderen over je schrijven, zelfs niet wanneer omgekeerde waarheden gepubliceerd worden.

 

Mijn werklijst bevat symfonisch werk, ensemble-werken, solowerken, kamermuziek waaronder duo’s, trio’s, kwartetten, kwintet e.a. naast vocaal werk, educatieve (pedagogische) werken, transcripties en geschriften. In mijn kamermuziek heb ik onder meer een verzameling sonates voor piano en viool, cello, hobo, klarinet, altsaxofoon, piccolo en bastuba. Via het internet vernam ik dat iemand mij betitelde als een sonatecomponist. Dat is volstrekt belachelijk natuurlijk, maar het is wat het is…

Het instrumentale is nooit ver weg in mijn oeuvre. Ik heb tal van koorwerken gecombineerd met één of meerdere instrumenten zoals piano, fluit, cello, viool, twee trompetten, sopraansaxofoon, harp, percussie, vierhandig klavier, strijktrio, sextet… Ik heb niet de minste moeite om het vocaal en instrumentaal denken van elkaar te scheiden. Naast het mogelijke en het onmogelijke kent de verbeelding geen grenzen. In beide disciplines gaat het om het proces van de creativiteit en het uitpuren ervan.

 

Wat bedoel je met verhouding? Het numerieke aantal of de duur? Qua tijdsduur zal het overwicht zeker in mijn instrumentale muziek zitten. Kamermuziekwerken hebben doorgaans een tijdsduur tussen 10 en 20 minuten. Mijn symfonieën duren om en bij de veertig minuten. A capella-koorwerken met deze tijdspanne bestaan niet. Maar het klopt natuurlijk dat ik een grote affiniteit heb met het woord. Daarbij mag je niet vergeten dat de menselijke stem het enige instrument is dat de emotie van het woord kan weergeven.

Het werk dat op Klankdomein in creatie zal gaan heeft een wat aparte combinatie: piccolo en harp. Ongetwijfeld ontstaan onder impuls van Peter Verhoyen, de ambassadeur in Vlaanderen voor piccolo. Hoe heb je het geheel opgevat ?

Rudi Tas: Voor het piccoloproject van Peter Verhoyen schreef ik twee kamermuziekwerken. Naast een virtuoos concerterend werk voor piccolo en piano componeerde ik de Nocturnal Dances voor piccolo en harp. Deze compositie is eerder een poëtische compositie waarin geen beperkingen worden opgelegd, maar alles in het werk wordt gesteld om een begrijpbare, kleurrijke en sfeervolle partituur samen te stellen. De inspiratie is gebaseerd op natuurtaferelen nl. insectendansen. Denken we bijvoorbeeld aan het magische spektakel van de vuurvliegjes.

 

In de introductie lijkt het alsof we geconfronteerd worden met de verklanking van de avondschemering die over het bos valt. Je hoort wat geritsel en hier en daar wat bladeren en takken bewegen. Daaruit ontstaat een theatrale dans. De muziek wordt geleidelijk aan uitgebreid, gevarieerd en ontwikkeld en brengt een rusteloos, grillig en eigenzinnig karakter teweeg. De piccolo krijgt geconcentreerde en expressieve melodische lijnen met hoge intensiteit toegewezen. Het lijken wel fladderende luchtdansjes als verklanking van een zwerm insecten die zigzaggend in bochten vliegt. Daarna keert de rust terug en wordt de muziek ingetogener en intiemer.

 

Het tweede deel is een uitdrukking van energie en beweging. Het doet bijna denken aan zwermen eendagsvliegen of dansmuggen die krachtig op en neer jojoën met hoge snelheid. Harp en piccolo delen een voortdurende dialoog waarbij beide instrumenten worden uitgedaagd in expressie en klank. Tal van effecten zoals harmonieken, glissandi, kleureffecten en ‘fluttertongue’ worden aangewend om deze dromerige en meanderende muziek gestalte te geven.

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord