Klankdomein ’22 Deel 1 – Kennismaken met eigen klanken

by Knopskaya

Componist Wilfried Westerlinck zet zich al jaren actief in voor de verspreiding van het werk van onze eigen componisten. Hij voelde de bloedarmoede binnen de media en onderwijs. Veel te veel waardevol werk ligt stof te vergaren in onze bibliotheken. Westerlincks antwoord hierop werd een heel weekend Klankdomein’22; een evenement waar tijdens de toeschouwer oud en nieuw werk van eigen bodem kan proeven om het te savoureren en er al dan niet een eigen mening over te vormen. Kennismaking is het sleutelwoord.

Een woordje uitleg van de initiatiefnemer kunt u hier terugvinden:

Klankdomein: Vlaamse muziek laten weerklinken en in waarde laten

Het werd vooral een rijke ervaring die we opdeden in het auditorium van De Academie voor muziek, woord en dans te Mortsel op zaterdag 8 oktober. De meest geschikte uitvoerders werden gezocht om de stukken optimaal uit te voeren. De respons was enorm want de concerten waren ruim op voorhand uitverkocht.

Flor Alpaerts (1876-1954) was een van onze belangrijkste componisten gedurende de eerste helft van de twintigste eeuw. Hij was leerling van Jan Blockx en werd zelf ook leraar aan het Antwerps Conservatorium, waarvan hij later ook directeur zou worden. Hij schreef opera’s zoals Shylock en meesterlijke orkestrale werken zoals de James Ensor-suite.  Minder gekend is zijn kamermuziek. Het was het veelzijdige Desguinkwartet, bestaande uit jonge ambitieuze muzikanten dat hier verandering in bracht. Zij waren laureaat van o.a. Swuk Vlaanderen en de Supernova Classics. Het strijkkwartet nr 2 in e uit 1944 is een dynamisch stuk waarin het ensemble zich totaal kon uitleven. Mooie vinnige melodieën en harmonieën. Heel natuurlijk en vertrouwd aanvoelend.

Le Conte de l’Étude Modeste van Lucien Posman (1952) is vooral een vernuftig en fris stuk waarin pianist Bart Meynckens zichzelf ook wel een beetje als acteur kon uitleven. Het stuk over de Schilderijententoonstelling van Modeste Mussorgsky ondergaat hier van alle gedaanteverwisselingen terwijl de pianist de verbale dialoog aangaat met zijn instrument. Af en toe een lichte toets Jazz en Blues ertussen. Een stuk voor de fijnproever die van een ongewone verrassing houdt. Posman was aanwezig op het concert en gaf graag duiding bij het stuk.

Ernest Van Der Eyken (1913-2010) is nog niet zo heel lang overleden. Toch was hij een leerling van de legendarische August De Boeck en Paul Gilson. In Wenen studeerde hij orkestdirectie bij Clemens Krauss en richtte het Jeugd en Muziekorkest van Antwerpen op. Hij was van 1974 tot 1990 gedelegeerd bestuurder van SABAM. Hij schreef opera, kwartetten en liederen. Sopraan Anne Cambier maakte carrière binnen het lied, opera en oratorium. Ze doceert aan het koninklijke conservatorium Antwerpen. Samen met pianist Urbain Boodts – hij studeerde de Antwerpen en Salzburg, was assistent van Jacques de Tiège en liedbegeleider aan het Antwerpse Conservatorium, bracht zij drie liederen van Van Der Eycken, gezongen in onze eigen taal met teksten van dichters als Jo Gisekin, Alice Nahon en Willem Kloos. We onderschatten vaak hoe mooi onze eigen taal klinkt binnen een klassiek muzikala concept. Een mooie kennismaking voor wie er aan dient te wennen.

Henry-Georges D’Hoedt (1885-1936) studeerde Fagot te Gent en behaalde in 1920 een tweede Prijs van Rome. Hierna werd hij directeur in Leuven, waar hij het concertleven een nieuws impuls gaf. Veel van zijn werk verdween in de papiermachine, maar gelukkig bleven er kopieën van zijn liederen bewaard. We hoorden vier mooie en vooral lieflijke liederen op teksten van dichter Paul Verlaine. De liederen van D’Hoedt nemen ons mee naar een droomwereld, waarin zowel de piano als stem een eigen lied zingen. Prachtige aandacht voor het instrumentale luik.

De jonge componist Ruben De Gheselle (1991) studeerde aan het conservatorium van Gent waar hij de Emile Mathieu prijs in 2014 ontving. Momenteel is hij vooral bezig met filmmuziek, waarvoor hij in 2021 de Clara Sola ontving op het muziekfestival van Gent. Datzelfde jaar ontving hij een Ensor als belofte. De eveneens jonge beloftevolle violiste Véronique De Raedemaeker voerde zijn Finite Infinity voor vioolsolo uit 2015 op. Een werk waarin fragiliteit en fijne nuance centraal staat, maar dat toch een stuwend karakter kent waaruit men de voorliefde voor film kan distilleren.

 

 

Mathias Coppens ((1988) vervolmaakte zijn studies na het conservatorium van Antwerpen te Amsterdam en werd in 2006 Jonge componist van het jaar. Hij verhuisde naar Californië om zich te vervolmaken in de filmmuziek. Een jonge belofte die zich vrij snel als gevestigde waarde wist te manifesteren. Hij voerde zelf zijn Pianokwintet opus 17 uit, samen met het Desguinkwartet. Een dynamisch en energiek werk dat de luisteraar letterlijk meeneemt op sleeptouw in vier wervelende bewegingen en eindigt in een apotheose.

 

Klankdomein liet de toeschouwer merken wat ons grondgebied te bieden heeft aan muzikale rijkdom. Zoals spreker Dr. David Vergauwen wist te vertellen, mogen we hier best trots op zijn. Franse, Weense en Duitse muziek wordt veelvuldig opgevoerd terwijl ons patrimonium al te vaak – meestal zelfs – in de kast blijft liggen. Trots zijn dat Vlaanderen zoveel muziek heeft voortgebracht heeft niets te maken met een politieke agenda of met uitsluiting van anderen op basis van welke agenda dan ook. Het heeft te maken met het willen laten zien tot wat wij als klein grondgebied in staat zijn en het uit te dragen naar de wereld.

Dank Wilfried Westerlinck

 

Misschien houdt u ook van:

Wij gebruiken cookies om onze website en de inhoud er van te optimaliseren. Akkoord