Met the Dubhlinn Gardens kon de Voice in Residence, Reinoud van Mechelen op zondag 28 april zijn eerste volledig concert geven na het openingsconcert. Oud-Ierse liederen uit de zeventiende en achttiende eeuw in het prachtige decor van het Mechelse Cultuurcentrum brachten het publiek terug naar de high society in het Dublin van weleer.
Samenstelling
De drijvende kracht achter het project The Dubhlinn Gardens is fluitiste Anna Besson. Geboeid door de Ierse muziek vond zij als kind haar weg naar de houten dwarsfluit, de traverso. Dit leidde haar enige jaren na haar studies op barok-traverso terug naar haar oude liefde voor de Ierse muziek. Zij neemt tijdens het concert verscheidene instrumentale partijen voor haar rekening op traverso en op fijfer voor de meer militaristisch aandoende deuntjes. Rond Anna Besson en Reinoud van Mechelen verzamelden zich Sarah L. Ridy op zowel de klassieke harp als de Ierse harp, Myriam Rignol op viola da gamba en Loris Barrucand op klavecimbel. De virtuositeit van elk van deze leden zorgde voor een betoverende avond.
Waar Reinoud van Mechelen eerder stijfjes overkwam bij het openingsconcert – Ich habe genung laat weinig ruimte voor vrolijkheid uiteraard – was de sfeer deze keer beduidend anders. De hele band amuseerde zich opmerkelijk en de mimiek en onderlinge interacties lieten dit duidelijk blijken. Knipogen en schalkse blikken werden uitgewisseld en het podium werd eerder door allen gedeeld dan dat Besson of van Mechelen de aandacht voor zichzelf opeisten. De combinatie hiervan met de virtuositeit die alle muzikanten aan de dag legden maakt het geheel tot een zeer aangename avond.
Dublin – achttiende eeuw
Net zoals in Vlaanderen was het achttiende eeuwse Ierland een gebied waar muziek vooral op mondelinge manier werd doorgegeven. Eeuwenoude melodieën gingen van generatie op generatie over zonder dat deze ooit genoteerd werden. Helaas betekende dit ook dat veel van deze melodieën, vaak met scabreuze teksten er bij, dreigden verloren te gaan. Gelukkig zorgde de opleving van een zeker cultuur romanticisme ervoor dat enkelingen alsnog de liederen noteerden om deze van de vergetelheid te redden; dat dit tot gevolg had dat ze vaak ophielden met evolueren was daarbij een kwalijk gevolg dat pas zou ophouden wanneer ook deze bronnen niet meer aanzien werden als letterlijk te volgen muzikale bijbels. Een folk revival van ruwweg de laatste veertig jaar staat daar garant voor.
Terug naar het concert; de selectie van de liederen was erg gevarieerd, zoals ook op de gelijknamige CD. Een van de uitschieters was toen het lied Eileanóir a Rún (Eleanor, mijn geheime liefde) in drie verschillende versies werd gespeeld en gezongen. Volgens het – overigens voortreffelijk uitgewerkte – programmaboekje gaat dit terug tot de 15e eeuw. De eerste versie werd gezongen in de Sean-Nos stijl, de traditioneel Ierse stijl waarbij liederen mondeling worden doorgegeven doorheen de verschillende generaties. Ook in dit geval ging Reinoud van Mechelen in de leer bij iemand die het zelf via de traditionele weg had geleerd. Het beklijvende lied, onbegeleid, was een mooie demonstratie waarom hij als Voice in Residence zeker zijn plek verdiendt. De volgende versie van dit nummer was Ellen a Roone, begeleidt op Ierse harp door Sarah L. Ridy. En tenslotte werd een versie gebracht uit 1740, zoals ze bekend werd gemaakt door de Ierse actrice en zangeres Kitty Clive.
Variaties
Een aantal meer militaristische liederen kwamen aan bod bij een -orangistisch- lied; we vergeven het even in de paassfeer – dat spot met de Ieren na de overwinning van William van Oranje (protestant) op de Jacobieten (katholieken); de oorlog die Ierland verscheurde. Dit werd gevolgd door het bekendere Will Ye Go to Flanders; een ballade die intussen populair werd gemaakt door verschillende groepen en uitvoeringen; de tekst werd intussen ook wat gewijzigd en verwerd tot een anti-oorlogslied. Het verwijst naar de gewoonte van de hogere klasse om te komen kijken naar de oorlogstaferelen die werden uitgevochten in Vlaanderen, geliefkoosd strijdtoneel voor menig Europese oorlog.
De instrumentale nummers en intermezzos deden allerminst afbraak aan het concert. De virtuoziteit van de band was uitmuntend en vooral het traverso spel van Anna Besson was fenomenaal in verschillende reels waarbij haar fluitspel – vingers die sneller bewegen dan je kan volgen – op de voorgrond trad. Als toemaatje kregen we nog een staaltje zang door de hele groep, dit zal u helaas moeten missen op de CD.
De afwezigen hadden – alweer – ongelijk maar kunnen hun hart op halen met enkele foto’s (schaamteloos gestolen van de facebook groep van Lunalia) en met de schitterende CD “The Dubhlinn Gardens”.
Afbeelding schaamteloos gepikt van de Lunalia facebook groep